Notes |
- RAZVL 474
- 24 meij 1738
- Comp Pieter Kappaert voor zichzelf en caverende over zijn huisvr Pieternella Goossens, geregtigt voor een zesde part in de naerschreven nombre van landen,
- item deselven Kappaert als voogt over de vier minderjarige weesen nagelaten bij Anthony Goossen en Anna Elisabeth Sneesers... en eijndelijk nog Jacob Bouwens ende sijne huisvr Maria Goossens... verkochten op 12 maert 1738 aan Valentijn
Schilleman mede wonende op het Pas der stad Sluijs 6 gem 263 roeden weylant in den Robbemoreelpolder, abouterende oost tegen het lant ofte weye van den armen deser stede, west het lant off weije van Johannes Platschaart, noort het lant van
Jacobus vander Strate en met het zuijteijnde tegen den polder watergank, ende in en tegen de fortificatiewerken leggende op desen schependom, annex de stadt Sluijs, competerende de voorn partij weijlant aen de verkoopers bij successie van
haeren vader ende moeder de hier voor gemelde Anthony Goossen en Anna Elisabeth Sneesers, zijnde de voors partij belast met een stadsrente van 8 schell en 8 grooten jaerlyx...
-
- RAZVL 481
- 13 december 1741
- Collaterale successie.
- Op verzoek van Valentijn Schelman, wednr en erfgenaam van Neeltje de Vey overleden op het groote pas te Sluijs 10 okt 1741, getaxeerd:
- de helft in 6 gemeten 263 roeden weijlant in de Robbemoreelpolder, oost de weije van den armen deser stede, in t geheel belast met een jaarlijkse rente van 8 schellingen en 8 grooten vls, getaxeerd opgemelden helft tot 80 pond vls of 480
gulden.
-
- Acta St Anne
- 11.1.1754
- in de huisbezoeking sommigen aangesproken `over haar ergerlijk gedrag en andersins... sommige door twistige en viandige huijshoudinge tot vegtens toe; andere door dronkenschap en daardoor onbequaam tot het wel waarnemen van zijn beroep en
pligt'. Afgehouden Mattheus Croquette en Valentijn Schelleman en zijn huisvrouw Hageta Caauw.
-
- Acta St Anne
- 12 april 1754
- Huisbezoeking gedaan.
- Mattheus Croquette en Valentijn Schelleman zullen dit keer nog niet naar het avondmaal komen. `Wij hebben haar vermaand om haarselven in dat gewichtig stuk wel te ondersoeken, want die niet in staat is ten avontmaal te gaan, die is altoos niet
in staat om te sterven, en voor het oordeel te verschijnen.'
-
- Acta St Anne
- 12 juli 1754
- Valentijn Schelleman heeft zig nog niet geschikt en blijft nog al in zijne ergernisse volharden. Afgehouden.
-
- Acta St Anne
- 10 okt 1755
- huisbezoeking gedaan.
- Valentijn Schelleman `geweldig buiten de haak geweest en sig schuldig had gemaakt aan dronkenschap en vloeken tegen zijn huijsgezin.'
-
- Acta St Anne
- 9 jan 1757
- avondmaal gehouden. Velen afgebleven. Valentijn Schelleman op eigen beproeving gekomen.
-
- Acta St Anne
- 27 dec 1759
- zijn de armekinderen in consistorie besteet en de armeweije verpagt geworden aan Valentijn Schelleman.
-
- RAZVL 480
- fo 29v
- 29.4.1761
- Valentijn Schelleman en zijn vrouw Agatha Kauwe verklaren schuldig te zijn aan Maria Faas, wonende Sluis, via Pieter Hennequin oud burgemr Sluis, 1000 carolijguldens... Dienende de 1000 gulden tot aflegh weezengelden aan Josias Machielse als in
huw met Paulina de Bruijne tegen 4 procent...
- Onderpand eerst een hofstede met 8 gem 148 roeden land belast met een chijns van 10 schell 1 ½ gr te weten aan de kerke deser stede 5 schell 2 gr 12 mijten en aan de Heilige Geest in de selve kerk de resterende 4 schell 11 gr abouterende
bewesten het plain en jegens het kerkhoff door de comparant werdende bewoont.
- Item 85 roeden annex de opgemelde partije ten suijden van deselve sijnde den ouden boomgaard.
- Eijndelinge 6 gem 263 roeden weijlant in de polder Robbemoreel abouterende oost tegen het land off weije van den armen deser stede, west de weije van Johannis Platschaert, noort de weije van wt Jacobus vd Strate, metten zuijteijnde jegens den
polderwatergank en in en tegen de fortificatie leggende op desen schependomme annex de stad Sluijs, belast met een stadsrente van 8 schell 8 gr.
-
- RAZVL 493
- 1764
- Boedel Valentijn Schelleman nalatende kind Jacobus oud 21 jaren van hem en Jacomintie Verhegge. Wed Agatha Cauwe en voogd maternel hoofdman Jacobus Daansen in de polder Bewestereede en Jacobus Schelleman op het Grote Pas en voogd paternel.
- Ten eerste de helft in een hofstede staande bewesten het plein en jegens het kerkhof [Marktplein 9] met 8 gem 148 roeden, sijnde weije, zaeij en boomgaert met een cheijns 10 sch 1 gr aan de kerke deser stede... competerende de wederhelft aan
Josias Michielsen landman te St Kruis, als in huw geweest met Sara de Bruijne als erfgename van haar broeder Jannes de Bruijne overl alhier 19.11.1762, beijde kinderen van de weduwe Agatha Cauwe en wt Johannes de Bruijne wiens boedel zij
overbracht dd 3.3.1744.
- Noch de helft in 95 roeden annex de gemelde partije lands, ten suijden van deselve, sijnde den ouden boomgaart gemeen met Josias Michielsen als vooren.
- Noch de helft in 3 gem 92 roeden te vooren deel van 6 gem gemeen als vooren binnen Oostkerke waarvan 1 gem 10 roeden op statenbodem, de gehele partije abouterende zuid tegen Maerten en Pieter vd Kerkhove, noord Jacobus de Bruijne, oost het land
van desen sterfhuijse belast met een armenrente van 1 sch 1 ½ gr sjaers.
- Noch de helft in landen op Oostenrijkse bodem in het 20e en 25e begin en in het 17e begin...
- Noch 6 gem 263 r in de Robbemoreelpolder oost de weije van de armen deser stede, west de weije van Johannes Plasschaert, noort de weije de erven burgemr Jacobus vd Strate, zuijt jegens de polderwatergank ende in en jegens de fortificatiewerken
van het Groote Pas, belast met een stadsrente van 8 sch en 8 gr sjaers.
- Eijndelinge noch 1 gem 51 r bij het fort St Donaes jegens de buijtenwerken.
- Verder de prisie van de roerende goederen in de hofstede, vruchten te velde en beestialen.
- Schulden oa een jaar pagt van de gedemolieerde werken van het fort Frederik met sijne contrescharpen en kerkhoff
|