Notes |
- Wk St Anne 490
- 3.10.1731
- Jacobus de Nuet, landman won alhier, oom mat., voogd over Pieter 14 jr, Jacobus 11 jr, Johannes 9 jr, Elisabeth 7 jr, en Antheunis van der Strate 5 jr, wezen van Christina de Nuet, alhier overleden 13.2.1731, vader is Jacobus van der Strate,
schepen alhier.
-
- RAZVL 492
- 1731 Boedel Christina de Nuet
- - Het huis de Witte Leeuw
- - Een vierde part in een huisje aan de westzijde van het plein, noord tegen het huisje van Jannis vd Kerckhove, zuijd tegen de uitweg van de hofstede van Jannis de Bruijne en agter tegen de erve van den zelven de Bruijne [=Marktplein 2], des
rendants overleden huisvrouwe hebbende gecompeteert bij versterf van haar moeder Elisabeth de Puijt.
- - Zeven vierentwintigste deel in een hofstede en gelijk deel in 14 gem 59 roeden in de watering van Greveninge...verkregen als erfenis van haar vader Pieter de Nuet en moeder Elisabeth de Puijt.
- - Zeven vierentwintigste deel in 21 gem 33 roeden in diverse partijen in de Robbemoreel en Godefroijpolders en de Brugsche polder... ook geërfd van haar ouders.
- - Verder 4 gem 150 roeden bij de Cantelmovaart
- - 4 gem 276 roeden op keizersbodem in de Robbemoreel
- - 3 gem 236 ½ roeden weijlant in de Robbemoreel, deel van 8 gem 170 r, onder deze schependomme, oost de erven Credenbach, nu erven Jacobus de Jonghe, zuid erven Martinus Maertens, nu Staets Goetier, west de erven wed Ferd de Bacquere nu {n.i]
en noort Maeijken Kaesteckers, nu de erven.
- Verder pachten, contanten en vorderingen op personen wegens levering van hout.
- Volgt de roerende boedel in de Witte Leeuw.
-
- RAZVL 492
- 1735 Provisionele staat van de boedel van Christina de Nuet, zie ook 1731.
- [Voorbladen ontbreken] Vijf wezen.
- Huis en erf waarin Christina de Nuet is overleden en hij nog in woont, aan de westzijde van het pleijn tot achterwaerts tegen het straete genaemt den Corten Ommeganck, noort het huijs van wijlent Christiaen vd Ameele, loopende tusschen beijde
den uijtweg vande hofstede nu toebehorende schepen Jannis de Bruijne, streckende voorts de erve agterwaerts tot tegen de erve van Franscois Bokelaar aen de oostzijde en Jannis Scheers aen de zuijtzijde, het voorg huis genaemt de Witte Leeuw,
bij den rendant gecocht van Boudewijn Scheers in zijne qualiteijt, mitsgdrs. Elisabeth de Puijt laest wed Pieter de Nuet, Jacobus de Nuet en Pieter Bellinck ... dd 13.11.1726, ten dezen [hier ontbreken bladzijden]
- den eijgendom van 14 gem 59 roeden in de wateringe van Greveninge, de overledenen mede hebbende gecompeteert bij versterf van hare vader Pieter de Nuet en moeder Elisabeth de Puijt, dus hier boven het voorschreve deel in het gebouw, dezelve
7/24e parten in de voorn nombre van landen bedragende 4 gem 42 roeden 2 voet.
- Noch in bate 7/24e deel in 21 gem 33 roeden in de Robbemoreel en Godefroijpolders en de Brugsepolder, de overledene Christina de Nuet mede hebbende gecompeteert bij versterff van haar vader en moeder... dus 6 gem 47 roeden 1 ¼ voet
- Wijders 4 gem 150 roeden deel van 12 gem 24 roeden... in twee partijen daarvan de eerste groot is 1 gem 288 roeden in de Brixiuspolder tusschen de cappelrie van Collaert le Fevere lant aan de noortzijde, de kercke van St Anna ter Muden landt
aan de zuidzijde en het oostende, streckende met de westende aen Jan filius Cornelis Beijlen landt, comende met de zuijdwesthoek aen den dijck van Greveninge; ende andere partije groot 10 gem 36 roeden in het 32e begin aende oostzijde vande
Cantelmovaert in sheer Jacobs en sheer Janspolder [met verdere beschrijving van de ligging en de verwerving].
- Verder noch 4 gem 276 roeden in de Robbemoreel keijsersbodem [volgt ligging].
- Verder nogh 3 gem 236 ½ roeden in de Robbemoreel, deel van 8 gem 170 roeden, aan de oostzijde de erfgenamen Credenbach, nu de erven Jacobus de Jonghe, aen de zuijdzijde de erven Martinus Maertens, nu Sr: Staets Goetier; aen de westzijde de
erven juffr de weduwe Ferdinande de Bacquere nu ...[n.i.], ende aen de noortzijde landt van Maeijken Kaesteeckers, nu desselfs erfgenamen, de voorschr landen belast met een graverente van eene gulden uijt het gemet jaerlijks, volgens letteren
van erffenisse dd 11.5.1729.
- Verder zou nog in bate moeten komen de erfenis van haar moeder Elisabeth de Puijt in pachten vande hofstede ende landen en de vercoopen van de vrugten en intresten, maar van die boedel is nog geen vereffening gemaakt.
- Contanten 54-6-9 vlms.
- Volgt een lijst van schuldenaars en een deel van de inboedel [er ontbreken bladzijden].
- Oa In de wynckel 2-6-8 vlms wat saeijette en coussens en 4 pond een partije nagels en ijserwerck, en 1-10- vlms kaes, suijcker en kruijt, verder stijffsel, zeepschotels en stooven, zakken tarwe etc, vijff koeijen en een vark, vier ossen, ses
varkanes en eenig speck en vleijs, joffers, sparren, schalen etc.
|