Notes |
- Acta St Anne
- 11.1.1754
- Aan het huis van den ouderling borgemr Pieter Herny gekomen zijnde vonden wij hem niet te huijs, maar zijn huisvrouwe Magdalena de Bruijne hebben wij gevraagd of zij nog verhinderinge bij haar zelf hadde met betrekkinge op haar evennaasten,
wegens voorgemelde beswaaringe in dat naam en faamrovende libel of pasquil haar te laste geleijd, nu zij openbaarlijk van haar man geregtveerdigt is in de gemeente om het avontmaal te gebruiken in een goede conscientie waarop zij tot antwoort
gaf dat nademaal zij de schrijver van dat lasterschrift met geen seekerheijt konde achterhalen het allengkens soude moeten slijten [...] waarop zij betuijgde ja dat het haar veel droefheijt gekost heeft en al lang leed was geweest de sonden
over al het gepasseerde bij gaan.(?)
- waarop wij haar op haar eigen beproeving genodigt hebben tot het gebruik van des Heeren avontmaal.
- na haar eerst nog een vrage gedaan te hebben of het waar was, dat zij tegen haar man Pieter Herny gezegt heeft, gelijk den ouderling Borgemeester Pieter Herny ter beswaaringe van mijn huisvrouw Anna Stevens voor de E. kerkeraad in consistorie
betuijgt heeft, dat mijn vrouwe [het gezegde] uit de mond van Elisabeth &kruisse selve gehoort heeft. Daar op Magdalena de Bruijne, huisvrouwe van Pieter Herny seijde tot ons dat het gansch onwaar was, en haar man daar in onwaarheyt had
gesprooken; en dat de juffr. noyt dat tegen haar gezeijt had maar dat de juffrouw het van Fransina Baars gehoort had, dat Elisabeth van de schoonmakers het gezegde, aan Fransina in de agterkamer terwijl zij besig waren met schoonmaken verhaalt
hadde gelijk Fransina Baars die daar ook tegenwoordig was selfs betuijgde dat Elisabeth het haar verhaalt hadde; en zij het gene mijn vrouwe daar van gezegt hadde tegen Madaleentie geschied was uit een goed oogmerk om haar op te beuren onder
alle die lasteringen.
|