Notes |
- RAZVL 491
- 9.5.1725
- Rekening overgebracht door Franchois de Bruijne, voogd paternel over de wees Jacobus de Bruijne oud 14 jr, nagelate zoon van Pieter de Bruijne en Elisabeth Popelier beijde overleden te deser stede, gedaan aan Jan Schepens, aangetrouwde oom en
voogt maternel, wonende Cadsandt.
- Baten
- De helft in een huijs, schuere, stallinge met de erve mede in chijns, zoals overgebracht ter weeskamer door de vader Pieter de Bruijne dd 25.4.1714.
- De wees competeert nog een twaalfde part in het voorschreve huijs volgens contract van huwelijk dd 10.8.1717 en de daerop gevolgden staet en inventaris bij Jaquemina de Keesel overgebracht dd 16.5.1720.
- Zeventien pond 10 sch over vier jaren pagt van het hiervoor in bate gebrachte huijs door Jacobus de Ridder in huw met Jaquemina de Kesel.
- Lasten
- Alle uitgaven gedaan door Jacobus de Ridder ter reparatie van het voormelde huis, aan kleren en montcost voor de wees.
-
- RAZVL 479
- fo 2
- 15.10.1732
- comp Jacob de Bruijne, schepen deser stede, als [voogt] over de vaderlijke zijde ende Jan Schepens woonende op Zuitzande int Cadsant, bijstaende voogt maternel over de weese Jacobus de Bruine nu out 20 jaren, nagelate zoon van Pieter de Bruine
fs Jaque en Elisabeth Popelier, beijde alhier overleden, de gemelde weeze in het hier na te noemen huijs, schuere, stallinge en erve etc competerende eerst de helft, off 6/12 parten over zijne moederlijke successie, ende nogh 1/12 part over
zijne vaderlijke successie, te samen 7/12 parten zoals uitwijsende de staaten alhier ter weescamer overgebragt den 25 april 1714 en 16 meij 1720...
- hebben verkocht aan Pieter le Roij ‘s heeren dienaar, woonende alhier, een huijs, schuere, stallinge en erve op chijns van 10 en een halve stuijvers aande kerke deser stede, zijnde de voors erve groot tot 81 roeden 1 voet en 5 duijm...
-
- RAZVL 474
- 1738
- comp Jacob de Bruijne fs Jacob verkoopt aan Jacobus de Bruijne fs Pieter, meerjarig jongman wonende te deser stede een huijs schuren en erven aen de zuijtoostzijde van de Antwerpstrate, zuytwest van de erfgenamen wt burgemr Pieter Hernij, daar
te vooren d'erven wt Frans: Cools, noort Archilles de Haese, nu Johannis Bril, agterwaerts streckende tegen de erven van Abraham van Hecke en Jan van den Ameele, te vooren Pieter de Nuet, en Jan Vermeersch, immers zoo als hetzelve bij hem
comparant jegenwoordig is bewoont en gebruijct, competerende het voornoemde huijs etc aen hem comparant eerstelijk den geregten helft bij koope met en benevens sijn broeder Machiel de Bruijne jegens Aesje Jongereus wed Jan Facon, en mr Jacobus
de Jonge... ende de wederhelft bij verkavelinge jegens gemelten Michiel de Bruijne volgens acte notaris Pieter Norbert Willebaert te Sluis dd 16 aug 1713...
- eene rente van 1 schell en 9 grooten sjaers aan de kerke deser stede... de koop geschiet voor 120 ponden vlms...
- ondertekend: Jacob de Bruijne, Jacobus de Bruijne, Romanus van den Ameele, Abraham Bastinck.
-
- RAZVL 479
- fo 75
- 2.5.1738
- Burgemr en schepenen verklaren dat is gecompareerd Jacobus de Bruine fs Jacob wonende alhier outschepen deser stede die heeft verkocht aan Jacobus de Bruijne fs Pieter meerderj jongman wonende te deser stede een huijs etc aen de zuijtoostzijde
van de Antwerpstrate, zuijtwest van de erven burgemr Pieter Hernij daer te vooren de erven wt Frans: Cools, noort Archillis de Haese, nu Johannes Bril, agterwaerts streckende tegen de erve van Abraham van Hecke en Jan van den Ameele, te vooren
Pieter de Nuet, en Jan Vermeersch, immers zoo als het zelve jegenwoordig bij hem compt is bewoont en gebruijkt, competerende het voorn huis etc aen hem compt eerstelijk de helft bij koope met en benevens zijn broeder Machiel de Bruine, jegens
Aesje Jongerius wed Jan Facon, en mr Jacobus de Jonge dd 5.12.1704, ende de wederhelft bij verkavelinge jegens gemelten Michiel de Bruine voor notaris Pieter Norbert Willebaert te Sluis dd 16 aug 1713...
- een rente van 1 schell 9 grooten aen de kerke deser stede... sijnde desen koop geschiet voor 120 ponden vlms contant.
-
- RAZVL 474
- 5.8.1740
- competerende de voorn comparanten het voors huys schuyre stallinge en erve bij koope van dhr Jacob de Bruijne out schepen alhier, en Jan Schepens, als voogden pater en maternel over de weese Jacobus de Bruinne, soon van wt Pieter de Bruijne fs
Jacques, en Elisabeth Populier voor seventwaalfde parten,
- voorts van voorn heer Jacob de Bruine, en Adriaan de Keesel d'oude als voogden pater en maternel over de weese Sarah de Bruine dogter van voorn Pieter de Bruine fs Jacques en Jacomina de Keesel voor eentwaalfde part.
- Wijders nog van voorn Adriaen de Keesel d'oude in qualiteit als voogt maternel over de weesen Jacobus, Maria, Adriaan en Abraham de Ridder, alle vier kinderen wt voorn Jacomina de Keesel, daer vader van is Jacobus de Ridder, en eyndelinge van
de selven Jacobus de Ridder, zoo in prive en als vader en voogt van sijn gemelde vier kinderen, met en benevens de voorweese Sara de Bruine voor de resterende viertwaalfde parten...
-
- Wk St Anne 489
- zelfde dag? 7.9.1740
- Jacobus de Bruine fs Pieter, meerderj jm, won alhier, cousin mat. en voogd over de wees Janna de Koster, 18 jr, won Aagtekerke, dr van wijlen Pieter de Koster en Helena de Bruine, haar goederen die zij alhier uit de nagelaten boedel van haar
cousin mat. wt Jan Bocquet heeft verkregen.
-
- 21.9.1740
- Door hoofdman Jacobus Verdouw en Andries de Zager inv overgebracht van de nalatenschap van Jan Boucquet fs Nicolaes en Marie Janna de Bruine fa Jacob, dezelfde Verdouw causa uxoris Marie Albert Dannekeijn fa Christiaen en Mary Bocquet fa
Nicolaes, als erfgenamen van vaderskant, de wezen Janneke de Koster fa Pieter en Helena de Bruine erfgenamen van moederskant.
-
- 9.11.1740
- Jacobus de Bruine fs Pieter, cousin mat., won alhier, voogd over Janna de Koster, 18 jr, won Aagtekerke, dr van Pieter de Koster en Helena de Bruine... haar goederen die zij erft van haar oom mat. Jaques de Bruine; hij brengt 2.5.1742 de inv
over.
-
- Acta St Anne
- 8 jan 1745
- `Bij Jacobus de Bruijne en zijn huisvrouw Maria de Sager hebben wij geweest, om over haare begane ergernisse haar aan te spreken tot haar vernederinge, daar wij ons lange hebben moeten ophouden sonder vrugt wijl die man soo ovetollig van
woorden was dat hij de predikand nog den ouderling geen tijd gaf om te spreeken, lopende zijne discoersen in het wilde, meer daar naar gelijkende dat hij zijn doen wilde rechtveerdigen en de schult op een ander schuijven'.
- Hen afgehouden, wat ze zelf ook al wilden.
- Naderhand gehoord dat Jacobus de Bruijne enigszins beschonken was geweest zoals wij ook al dachten. Mogelijk zal men daar nader van horen.
-
- Acta St Anne
- 5 feb 1745
- Jacobus de Bruijne is voor de kkr verschenen omdat hij zich voor het huwelijk in de zonde der onreinheid heeft verlopen met degene met wie hij naderhand is getrouwd toen zij al hoog zwanger was. Toen hij zijn kind wilde laten dopen moest hij
eerst voor de gemeente berouw tonen, wat hij weigerde omdat hij dacht als lidmaat dit alleen in de consistorie te hoeven doen. Anderen die openlijk berouw moesten tonen waren geen lidmaat geweest. De predikant maakt duidelijk dat zijn
lidmaatschap het des te erger maakt.
- De kkr heeft geoordeeld dat berouw tonen in consistorie inderdaad voldoende is. Zo is geschied.
-
- Doopget
- 1745 Sara: Johannes de Sager, Magdalena de Bruine, hv v Pieter Herny
- 1748 Jacobus: Abraham Schepens, Maria Johanna de Zager
-
- Acta St Anne
- 8 jan 1751
- Jacobus de Bruijne hebben wij van wegen zijn ergerlijk gedrag en ongodsdienstigheit door den coster laten aanzeggen dat hij zig dit maal van des Heeren avontmaal hadde te onthouden, zijnde niet tehuijs als wij omgingen in de huysbezoekinge.
-
- [transcriptie Lex van Houte]
- Inventaris van de goederen nagelaten door JACOBUS DE BRUIJNE, overleden te Sint Anne ter Muiden op 22 maart 1751 en van zijn vrouw MARIA DE ZAGER, overleden 1 november 1750. Opgemaakt door notaris PETRUS KLEIJMAN op 27 maart 1751. (RAZVL. nr.
2108)
-
- [Zeeland2009/1408] Inventaris van alle de goederen, soo roerende als onroerende, actien, crediten en contanten, als verdere goederen met ter dood ontruijmt en naegalaeten bij wijlent JACOBUS DE BRUIJNE, overleden ter stede en schependomme van
Sint Anne ter Muijden den tweeentwintigsten maart [01409] deses jaars seventienhondert eenenvijfftigh en van sijn vrouw MARIA FRANCOISE DE ZAGER (die bevoorens weduwe was van wijlent dheer BOUDEWIJN SCHEERS, mede alhier overleden den eersten
november seventienhondertvijfftigh. Gemaakt en in geschrifte gesteldt door mij PETRUS KLEIJMAN, notaris publicq gecreeert bij de Hoog Mogende Heeren Staten Generaal, etc. residerende binnen de stadt Sluijs, althans sijnde [01410] te Sint Anne
ter Muyden voorschreven ter presentie van monsieur ADRIAAN KLEIJMAN en REIJNIER SCHANSMAN als getuygen. Welken jnventaris is gemaekt ter requisitie en op aanwijs van monsieur JOHANNIS DE ZAGER, borger en mr. smit binnen de stad Sluijs
voornoemt, oom en in qualiteit als wettelyken voogt maternel, voorts behoudens het recht van deliberatie volgens acte daer van voor ons notaris en getuijgen gepasseert den weesen SARA en JACOBUS DE BRUIJNE, kinderen van voorschreven JACOBUS DE
BRUIJNE [01411] en sijn voor overleden vrouw MARIA FRANCOISE DE ZAGER. Item van MARIA en MAGDALENA SCHEERS, kinderen van deselve MARIA FRANCOISE DE ZAGER en wijlent haer eersten man BOUDEWIJN SCHEERS, gesamenlijke erffgenamen van de naerschreve
goederen off soo en gelijk t sijnen tijde sal werden gedeclareert.
-
- Begonnen int sterffhuijs te Sint Anne ter Muijden op saterdag den sevenentwintigsten maart seventienhondert eenenvijfftigh.
- In de keuken. Vijff geleijerse schootels voor de schouwvoij, catoene gordijnen voor de bedstede, [1412] rabat en schouwrabat.
- In de bedstede. Een pluijme bedde en twee hoofdpeulens.
- In een andere bedstede. Een pluijme bedde en een hoofdpeulen, ses wolle dekens, drij slaaplaekens, een pluijme kussen, twee neerslaende tafels, twee spiegels, vijff stoelen en een armstoel, twee lepelborden met twaelff tinne lepels, een lampe,
twee schuijff kandelaers, een oude lantaern, een ysere elle, een ensel, een staande en een leggende plaat, een hangsel, een brander, een tange, een assischop, een kopre teeketel, een dito strijkijser, een dito tabaksdoos, een einkenhoute kas,
daer in twee schaljen, voorts in deselve kas de kinderen haer kleederen en voorts anders niet van eenig belang.
- [01413] Nog een eikenhoute kas in gemelde keuken, waer van het sloth op den tweeentwintigsten dser maand door mij notaris present getuijgen is versegelt en als nu gaeff en ongeschonden bevonden, vervolgens geopent en daer in bevonden.
- Op het bovenste boord. Vijff vrouwe mutsen met kant
- vier henden kant voor mutsen
- twee lapjes linwaat tot vijff mutsen
- Ses vrouwe beuken met kanten, een spelde kussen,
- twee swarte sijde schorten
- vier roode teerlinge dito.
- Op het tweede boord. Ses paer vrouwe mouwen
- seven neteldoeke halsdoeken
- vijff damaste feijtels,
- een bonte sakdoek
- een paer witte vrouwe handschoenen
- een lapje wit fustein tot twee beuken
- een swarte faelje
- drij slegte vrouwe mutsen
- twee paar slegte vrouwe handschoenen
- Een pakje met different wit kindergoed, [01414] een oud goud gewigje, twee kerkboeken met silvere slooten, een dito met een slootje, het ander manquerende, nog opgemelde boord een mandetje daer in.
- Een Zeeusche rijxdaalder L 00:08:08
- Een daelder L 00:05:00
- Een schelling L 00:01:00
- Drij dobbeltjes L 00:01:00
- Twee oordtjes L 00:00:01
- Welke penningen door den requirant onder sijn bewaaringe sijn mede genomen.
- Een snoertje bloedcoraelen, twee silver broekknoopen, een paer silvere schoengespen, sevenenveertig silvere hembdroksknoopen, een silver slootje van een kerkboek, een kroontje.
- In de schuijff van opgemelde kas.
- Wat kindergoed dat bij den anderen gevoegt is., item nog eenige papieren en quitantien, dewelke nader ondersogt sullen worden.
- Op het derde boord.
- Een tafellaken, vier servietten, een handdoek, een swarte vrouwe japon, [01415] een zwarte zijde rock, en greine vrouwe dito, een catoene manteltje, een groene zitse dito, een gestikte kinder deken, een doopluir, een bonte tafeldoek, een dito
beuk, een paer vrouwe handschoenen, een zaaijkleed, twee cajante gordijnen, een lapje tijke, een paer witte slopkousen.
- Op het vierde boord. Agt paer mans mouwen, drij paer vrouwe dito, een groote folio bijbel, twee papegaeij w van Alphen in quarto twee mael, Simon van Leeuwen, Rooms hollands regt in quarto, Hugo de Groot inleijdinge tot de Hollandse
regtsgeleerdheid in quarto, Pagttafel van Eversdijk in quarto, Generaele placaeten en ordonnantien van de gemeene middelen in t'district van de generaliteit in quarto, Vertoog over t notarisampt door A: Libregts, twee deelen in octavo, [1416]
Nederduijtsche Keurdigten door Pieter van der Veen in octavo, Huwelijk door Cadsin, in octavo, nog acht boekjes in octavo.
- Een calminken hembdrok met drij dosijn silvere knoopen, nog een dito hembdrok met beene knoopen, twee slegte broeken, vier slgete linne rokken, een hoed, drij houte doosen met papieren die tot nader ondersoek gelaeten sijn.
- Op de kas. Een bruijn tee potje, een halff dosijntje porselein, een groote kopre wasketel, en rwee groote kopre melkemmers.
- In de spinde. Twee tinne bierkannen, twee dito teepotten, vier dito zoutvaeten, een dito mostaertpot, een dito papkomme, een groote blekke teebus, een kleender dito, ses geleijerse borden, een houte mostaertbak, een oude kopre lamp, twee
boteljes, een wafelijser, een rooster, een tang, een koekepanne, [01417] een kleen treefje.
- In de gank. Een ijsere pot, drij houte emmers, een melkjok, een geleijerse schootel, negen tinne lepels, een kern met sijn toebehooren, een koopee aker.
- In de bakkeete en aldaer in de bedstede. Een pluijme bedde en hoofdpeulen.
- In de spinde. Vijff boteljes, een paer oude leersen, een luirmande, twee greelen met hun wand, een dito sonder wand, een trog, twee ijsere trogschrabbers, een ovenpaele, een rookelstok, een kopre ketel, een houte tafeltje, een haire zeefde, een
koper teeketeltje, twee slegte stoelen, een heele en een halve gemetroede en voorts eenige rommelinge.
-
- Vervolg inventarisatie [01418] op dingsdag den sesden april snamiddags.
- In de stal. Een bruijn ruijnpaerd met sijn wand, een swarte dito met sijn wand, een roode bonte melkkoe, een grijse dito, een grijse twee jaarse veerse, een witte dito oud een jaer, twee veerse kalvers, seven hoenders en een haen, een stal
schoppe, twee mesthaeken, twee vurken, een kruijwagen, een wanne en een duytse ploeg
- In het wagenkot. Een mennewagen, een isere en een houte heegde en een quantiteit palisaeden en brandthout.
- In de schuire en aldaer in de pisel. Circa achtentwintig sakken tarwe, een maete, een zeefde, twee graanschoppen, een windmoolen [01419] ontrent seshondert tarwe schooven, seshondert gerste schooven, vier hondert boonschooven, een hoopje
gedorsche boonen en tweehondert bossen terwe geluij.
- Op de solder. Een kopre ketel, circa achtien sakken gerste, ses sakken en halff gedorsche boonen, drij sakken haver, ses haemschen en een zaege en voorts eenige rommelinge.
- De versegelinge van de groote kist op gemelde solder staende door mij notaris present getuijgen op den tweeentwintigsten maart gedaan als nu gaeff en ongeschonden bevonden, vervolgens geoepent en daer in bevonden. Nihil.
- Een andere kist mede op gemelde solder staande en waer van het slothgat op voornoemden tweeentwintigsten [1420] maart voor mij notaris present als vooren is versegelt en als nu gaeff en ongeschonden bevonden, vervorgens geopent en daer inne
bevonden. Een groote quantiteit papieren, doublen van staeten en rekeningen, pergamente erffbrieven &c, alle van oude datums, die tot nader ondersoek gelaeten sijn.
-
- Onroerende goederen desen sterffhuijse competerende.
- * Eerstelijk een huijs, schuire en erve met alle sijn timmeragie en plantagie staende ende gelegen op Sint Anne ter Muijden aen de zuijtoostzijde van de Hantwerpstraat gekogt van JACQUE DE BRUIJNE voor de somme van [] volgens een wette [01421]
lijken erffbrieff van dato tweeden meij 1738 geteijkent []
- * Item nog het recht van eigendom wijlent gemelden JACOBUS DE BRUIJNE habbende gecompeteert in en aen de nombre van twee gemeten 208 roeden zaeijlandt met de plantagie daer op staande in de groote kerkhoek wateringe van Grevinge agter de kerke
van Sint Anne ter Muijden den overleden gecompeteert hebbende uit hoofde en bij successie van sijn oom dheer JACQUE DE BRUIJNE, welk landt is belast en speciael verhipo []
- [01422] PETRUS BLONDEEL en sekere getuijgen binnen de stadt Sluijs de datos seventienden october en vijfden november beijde des jaers 1744.
- Werd gedeclareert dat soo nog eenige baeten voorkomen off lasten bekent worden deselve bij ampliatie agter desen inventaris sullen werden gebracht immers verantwoord daer en soo het behoord memorie.
- Aldus desen inventaris gemaakt en in geschrifte gesteldt ter requisitie en bywesen van den voorschreven monsieur JOHANNIS DE ZAGER in qualiteit als
- [met dank aan Lex van Houte]
-
- RAZVL 493
- 15.5.1754 wordt de rekening opgemaakt voor de erfgenamen van Jacobus de Bruijne.
- Het huis, schuur en erf op de zuidoostzijde van de Antwerpstraat publiek verkocht op 5.5.1751 aan Jacobus de Ridder.
- Verder 2 gem 8 r zaailand in de grooten kerckhoek agter de kerckop 5.5.1751 verkocht aan Jacobus van den Ameele.
- Idem alle roerende goederen ten sterfhuijse 12.5.1751 verkocht en in augustus 1751 alle vruchten te velde en alle in de lente geoogste vruchten.
- Verder een overzicht van alle resterende baten en lasten en de afrekening
|