Notes |
- Acta St Anne
- 25 jan 1730
- Ook nog raad gevraagd aan de magistraat wat te doen met het huis van de overleden Anna Scheers, wed Rentergem en laatst wed van Jan Verschelle, waar de armen `verbant op heeft'. Advies om de magistraat te verzoeken op naam van Maria van
Rentergem het huis en goed te mogen verkopen ten profijte van de armen, nadat de `doodschuld' en andere kleine schulden zijn betaald aan Maria v Renterghem die door haar zijn voorgeschoten.
-
- Acta St Anne
- 3 feb 1730
- Verzoek opgesteld voor verkoop huis, stalling en schuur op naam van Maria v Rentergem, enige erfgename van haar moeder Anna Scheers. Laten opstellen bij Blondeel tot Sluis.
-
- RAZVL 481
- 8 februari 1730
- Collaterale successie.
- op verzoek van Maria van Rentergem meerderj dochter van wt Guiliame van Rentergem en Anna Scheers, en also als erfgename van haere suster Magdalena van Rentergem, te deser stede overleden op den 16 augustus 1729 getaxeerd:
- de helft in een huijs, schuere, stallinge gelegen aan de noort oost zijde van de plaetse off pleijn deser stede, hebbende ten noort westen de gemeene ganck, ten zuitoosten en agterwaarts streckende jegens de erve van wt Joris Cauw, nu Pieter
Lamens, het voors huijs etc belast met 500 guldens capitaal ten profijte van den arme diaconie deser stede, volgens verbantbrief gepasseerd 16 januari 1699,
- getaxeerd te samen het geheel vijftig pond vls, zijnde de helft 25 vls
-
- RAZVL 482
- 12 sept 1730
- Maria van Rentergem erft Pieter le Roij in een huijs etc aan de plaets van St Anne
-
- RAZVL 478
- fo 251
- 12.9.1730
- comp Maria van Rentergem, meerderjarige nagelate dogter van wt Johanna Scheers in huw verwekt bij wt Guilliame van Rentergem in het gene naerschreven geregtigt eerst met, ende benevens hare suster Magdalena van Rentergem ider voor de helft, als
erfgenamen van haare overleden moeder Johanna Scheers, en verder als erfgenamen voor de wederhelft van de voors hare suster Magdalena van Rentergem na haere moeder overleden op den 16 aug 1729... welke comparante verklaarde te hebben verkocht
ten profijte van de arme diaconie deser stede aan Pieter le Roij s'heeren dienaer, woonende alhier... een huijs, schuere, stallinge met het erf, aen de noortzijde van de plaetse of pleijn, ten noortwesten tegen de stadswatergank off erve,
zuidoost en agterwaerts streckende jegens de erve van de erfgen Jan Bocqué, te vooren Joris Cauwe, competerende de vercoperesse als erfgen voornoemd, hebbende haere moeder Johanna Scheers al hetzelve toebehoort bij versterf van hare voors man
Guilliame v Rentergem, de welke het huijs heeft geerft van zijn vader Steven van Rentergem, ende de schuere ten jare 1688 doen bouwen, blijkende het selve bij den verbant van het restant tot 22 ponden vlms alhier gepasseert in proffijte van
juffr Janneke Mangelaer als eenige erfgen van haar vader Cornelis Mangelaer timmerman binnen Sluijs, dd 20 feb 1697.
- Zijnde dese coop geschiet voor 58 ponden vlms
-
- RAZVL 467
- processtukken: Valentijn Schelman als voogt der weese Jan de Bode, dat op den sesden november des voorleden jaars 1739 alhier ter stede ten huijse van dominus Inia, is overleden Maria van Rentergem, nichte der voorschreven weese, dat sig
aanstonts in haar boedel en goederen hebben geingereert, d'heer Boudewijn Scheers en sijn broeder Jannis Scheers, sonder eenige versegelinge te hebben laten doen... hoewel sij wisten dat zij maar voor een sesde part erfgenamen zijn...
-
- [transcriptie Lex van Houte]
- 136. Inventaris van de goederen nagelaten door MARIA VAN RENTERGEM, opgemaakt op 12 november 1739. (RAZVL. nr. 492).
-
- Inventaris van alle de kleederen, linnen en wollen, contante penningen, gemaekt goudt en silverwerk en verdre goederen metter doot ontruijmt en nagelaten bij wijlent MARIA VAN RENTERGEM, jonge dogter, gewoont hebbende verscheijde jaeren voor
dienstmeyt bij dominus JOHANNES INIA, predikant te Sint Anna ter Muyden, en aldaer overleden op vrijdag den sesden november XVIIc negenendertigh gemaekt en in geschrifte gestelt ten overstaen van dheeren JACOBUS DE NUET en ABRAHAM BASTINCK,
schepenen, commissarissen, door mr PETRUS PATRICIUS BLONDEEL griffier der stadt en schependomme van Sint Anna ter Muyden ter bijwesen en opgave van dheer BOUDEWIJN SCHEERS en monsr. JANNIS SCHEERS en vervangende monsr. JOSEPH DE LE BECK in
huwelijk met MAETJE SCHEERS wonende in der Groede samen erffgenamen maternel ende van VALENTIJN SCHELMAN, wonende op 't Groote Pas te Sluys in qualiteit als voogt der weese JAN DE BODE en vervangende CATALIJNTIE DE BODE, suster van de gemelde
weesen, mede wonende op het voornoemde Groote Pas, samen erffgenaemen paternel van wijlent de voorschreven overledene MARIA VAN RENTERGEM. Actum Sint Anna ter Muyden voornoemt op donderdagh den twaelfden november 1739.
-
- Inde voorkamer van 't huijs bewoont bij dominus INIA.
- Bevonden een geschildert cabinet waer van gesegt wordt de sleutel zedert het affsterven van MARIA VAN RENTERGEM meest altijt in bewaring is geweest bij welgemelden dominus INIA, welk cabinet met de sleutel geopent sijnde is daer in bevonden in
een kistje de navolgende contante penningen.
- Een endertig zeeuse rijksdaelders a 51 stuiver 't stuck, samen bedragen tot derthien ponden, drij schellingen en ses grooten vlaems dus L 13: 3: 6
- Een halve zeeusse rijksdaelder, bedraegt vier schellingen en drij grooten vlaems 0: 4: 3
- Vier gulden stukjes bedraegt derthien schellingen en vier grooten vlaems 0:13: 4
- Een goede schellink 0: 1: 0
- Een vier stuiver stuk 0: 0: 8
- Een blamuiser 0: 0: 6
- Vijff duyten 0: 0: 1 1/4
- De contanten bedragen samen tot veertien ponden, drij schellingen vier en een vierde grooten vlaems, dus
- L 14: 3: 4 1/4
-
- Gemaekt goudt en silverwerck.
- Een goude rijnk
- Een silver oorspansel met goude stukken
- Een silver oorspansel gebroken
- Een silvere hooftnaelde
- Een silvere beugeltas met silver haak en gispen
- Een silver beslagh aen een scheer met een silvere ketting
- Een paar silvere gispen
- Een bijbeltje met silvere slooten
- Op het cabinet een half dosijn blauw porceleijn theegoedt
-
- Vrouwe kleederen en linwaet.
- Een geel gestriepte krippe japon
- Een swart lakens krippe japon
- Een swart gestriept stoffe keurs
- Een geel zijde stoffe jakje
- Een root geblomt chitse manteltje
- Een serge manteltje
- Een geel casequyntje
- Een peers geblomt catoene jakje
- Een rood gestriept calemijnke keurs
- Een geblomt say damast keurs
- Een dito geblomt wat slegter
- Een serge keurs
- Twee roode baye keurssen
- Een bruyn damast geblomt sticklijff [stuklijff?]
- Een gestriept calemijnk sticklijff
- Een linne borstrok
- Een bruyn calemijnke borstrok
- Een paer vissers mowen
- Een paer zayette handtschoenen
- Twee paer dito asgrauw coleur
- Drij paer gespikkelde koussen
- Twee strijngen blauwe sayette
- Veertien vrouwen hemden
- Agt trekmutsen
- Elff slegter dito
- Seven ondermutsen
- Elff witte beuken
- Twee bonte dito
- Twaelff neteldoeke neusdoeken.
- Vier damaste feytels
- Drij witte linwate zakdoeken
- Twee bonte dito
- Twee paer platte mouwen
- Vijff blauwe teerlinge schorten
- Een chitse schorte
- Een swarte zijde schorte
- Een lapje wit bombasijn tot vier tipmutsen met kantjes en lintjes
- Een mandetje met rommelinge en dito rommelinge inde onderste schuyve
- Drij paer muylen
- Een stroo hoet
- Negen boekjes in octavo
-
- Dominis JOHANNES INIA bij het maken van desen jnventaris present heeft gedeclareert de overleden over meytshuyre door hem is voldaen tot prima mey dese jaers 1739 dogh nog competeerd het halff jaer vervallen prima november 1739 ter somme van
drij ponden vlaems. Dus L 3: 0: 0
-
- Aldus desen jnventaris gemaekt en in geschrifte gestelt ten overstaen en bijwesen als in het hooft gemelt als mede ten bijwesen van MARIA BOUDRY huysrouw van voornoemde monsr. JANNIS SCHEERS en hebben de presenten vrinden voor de onderstaende
heeren commissarissen gedecclareert dat zoo hun buyten vermoeden nog eenige goederen offte baten van de overledene bekent worden, desen jnventaris daer mede te sullen laten amplieren, Actum dato et loco utante.
-
- J:D:L:NUET, 1739
- ABRAHAM BASTINCK, 1739
- P:P:BLONDEEL, griffier.
- [met dank aan Lex van Houte]
|