Notes |
- Acta St Anne
- 25 febr 1691
- Avondmaal gehouden.
- Is oock overleeden onse voorsanger Mr Willem van Welle.'
- Verzocht om een nieuwe voorzanger te mogen beroepen. Dit is door de Classis geweigerd, maar `de bediening is gegeven aan eenen [Jacob] van Kruijningen de soon van de secretaris van Breskens die tot Sluijs van sijn onbesuijsde en lossen wandel
bekent was, waer over hij onder censure daer ter plaetse is.
- Wij daer over bedroeft sijnde waren verlegen wat hier in te doen, hebben het de Classis bekent gemaeckt dogh van haer nogh tale nogh teken vernoomen wat te doen.
- daer op hebben wij onse vliet? aen gewent om eenige stucken van sijn goddeloosen wandel te hebben om hem tegen te gaen, het welck wij oock verkregen hebben, waerop hij oock onder censure is gestelt geworden.
-
- soo heeft verder het Coll. Qual. met malkander gesprooken om sijn vader eens eens aen te spreken en hem van de onbetamelijkheyt van dese saek te overtuigen en te sien of wij iet bij hem konden te weeg brengen dat hij het sijn soon ontraede
sulckx te doen en het liever te laten varen daertoe sijn dan genomineert de predikant en Anthonis de Puit om nae Breskens te gaen.
- wij daer gekoomen sijnde hebben sijn vader aengesprooken en de toestand van de saek getoont waerop hij wel bedroeft was en toonde dat hij er niet van wiste, en vont sich genegen om de kerck van St. Anne hier in te helpen alle middelen te
gebruijken om sijn soon het te ontraen, hetwelck hij oock heeft gedaen, schrijvende een ernstigen brief aen sijn soon in welcke hij hem geheel trachtede te overtuigen van de onbillijkheit van sijn handelingen, dogh alles vrughteloos.
- Dese van Cruijningen sijnde onder censure en kan geen attestatie van sijn goede gedraginge verkrijgen, gaet eghter na den haegh, en verkrijght eghter van hare Ed. Mog. die bedien: van soo groote aengelegenth: waertoe wel groote godtsaeligheijt
vereischt wierde.
- Hij komt ons met sijn acte bij die hij van de raet van Staete hadde ontfangen, wij stonde verbaest over de proceduren van den staet, wij hadden noyt konnen denken dat sij sulcke ampten hadde per usurpatur wegh geven aen sulcke die onder censure
waren, en geen attestatie van hare gedragingen konden toonen, doch siende de scherpe bewoordinghen van haar Ed: Mogendh: soo waren wij genootsaeckt te lijden, en al sughtende te waghten tot dat de Heere eens beetre tijden nae sijn belofte sal
laeten koomen.'
-
- 28 maart 1691
- De kkraad vraagt de magistraat in te grijpen in de zaak van de aanstelling van de nieuwe voorzanger. Die weigert `uijt onnoodige vreese'.
-
- 1 april 1691
- De zaak is bekend gemaakt aan de Classis, die echter nog niets heeft laten horen, `soo dat wij verlaten sijnde van de helpe der Class: en van de magistraat gedwongen sijn te lijden, en stil te swijgen.'
-
- Acta St Anne
- december 1691
- Ontboden Jacob van Cruijningen die sich seer in den dranck verloopen hadde en aen het huijs van de predikant seer onfatsoenelijck als dronkemans doen gedraegen hadde en bovendien sich grotelijck ongeschickt in de school hadde aengestelt
(waarover hem de magistraat oock over aengesproocken heeft) soo hebben wij hem ernstelijck gewaerschouwt dat hij sigh int toecoomende anders soude gedragen of dat wij genootsaakt souden sijn aen de raet van staete hem bekent te maken
- 1 hoe hij hier tot ons gekoomen was sonder attestatie (jae onder censure tot Sluijs sijnde)
- 2 hoe hij van tijt tot tijt sich in den dranck hadde verloopen als hij maer gelegentheyt hadde, en hoe daer over in particulier van de predikant aengesprooken
- 3 en hoe hij nu eijndelijck sigh ten spot van yder een openbaer hadde te schande gemaeckt nae dat sulckx hem ... was voorgehouden soo heeft hij schult bekent en belooft sigh int toekoomende anders te gedragen.
-
- Acta St Anne
- juli 1692
- is in consistorie ingebragt hoe Mr Jacob van Cruijningen tegens gedane belofte sigh verscheijde malen in den dranck verloopen hadde, insonderlijck hoe hij sigh eens op een woensdagh in de bede uer soo droncken was dat hij onbequaem was om den
dienst sonder schande waer te nemen en oock eenige daegen ontrent daeraen op een rustdagh soo droncken was dat hij een ander den dienst moest laeten waernemen als sijn vrouw sels bekende behalve nogh veel gerughten van dronckenschap in de stadt
dogh nogh niet genoegh bekent, waerop de kkraat heeft gestelt den predikant en den ouderlinck Christiaen Oseel om hem te gaen besoucken in sijn huys, die hem te bedde vonden, en hij opstaande ons seer ongeschickt bejegende en sijn vrouw hem
berispend hem daer over oock seer toegrauwde en ons het gat van de deur wees.
- onder anderen soo wierde hij van sijn vrouw versoght soo stout niet te spreken maer liever schult te bekennen en sijn leetweesen te betoonen soo gaf hij tot antwoorde dat hij eens soo sot was geweest en dat hij nu sulkx niet meer soude doen,
spottende alsoo met de gedaene belijdenisse sijner sonden.
-
- 21 feb 1693
- sijn door de predikant verscheijde beswaerenisse van Mr. Jacob van Cruijningen ingebragt dogh van stuck tot stuck niet konnende verhandelt worden als sijnde laet in den avont, soo sijn dese twee alleen maer ondersoght
- 1 hoe hij op seker tijt des sadurdagh? d.. .. is geweest ten huise van Christoffel Wildorp en daer drij halve pinten brandewijn laeten haelen en te saemen gedroncken en nogh niet genoegh hebbende met hem Christoffel is gegaen nae sijn eijgen
huijs en daer nogh gedroncken soo dat sijn droncken geworden.
- En Christoffel binnen gestaen sijnde heeft met? sulcke voorgeseijt die oock het selfde als waarheijt heeft verklaert. Bovendien soo heeft den predikant weten te seggen dat hij sulckx op die tijt verneemende den ouderlinck Pr de Nut nae sijn
huijs heeft gesonden die ontrent de naemiddagghe tusschen drij en viere aen sijn huijs koomende beright kreegh dat hij te beddewas gaan leggen.
-
- 2 soo heeft den predikant ingebracht hoe Jacob van Cruijningen verscheijde bose stucken ontrent sijn huijsvrouw gepleeght heeft, soo als sijn huijsvrouw die geklaegt heeft aen den predikant, en sijn huijsvrouw en nog aen twee andere vrouwen en
- dese waeren 1) int gemeen dat hij sijn gewoonte maktede omt alles door te brengen, en veel van hem moeste lijden, soo dat sij genootsaeckt was van hem te moeten scheijden, 2) in t bijsonder soo openbaerde sij A dat hij op seker tijt ontrent
midden in julij 1692 ter wiel sij in de stadt woondeten huijse van Maria Laan? weduwe van Marinus Goosem?, een geruijme tijt in de voornaght hadde wesen drincken en te huijs koomende wederom uijt wilde dogh belet sijnde, soo heeft hij haer seer
qualijck bejegent, en bevraegt sijnde heeft haer eghter langhs de vloer seer woedelyck gesleept waer van seyd sij dat nogh meer konde gehoort worden bij de voorseijde weduwe; B en dat hij op seker rustdagh van welck tevooren gemelte droncken
sijnde nae boven is gegaen, en dat sijn boovenkleeren heeft uijtgetrocken (wij vonden hem oock op dien rustdagh in sijn onderkleeren op bedde leggen) en hem heeft willen te kort doen het sij met hangen? of andersins, en sij hem naegaende in
groot gevaer is gekoomen, de wiel hij een blooten degen op haer lijf settede en gaf voor moeder en kint tegelijck om te brengen en sij op haer knieën om genaede hem moeste roepen.
- C en dat hij vervolgens tot swaere siecktes koomende van hem met groote extremiteiten bejegent is geworden in die bange tijt ter wiel sij geduerigh meijnde te verlossen, oock verhaelde sij particuliere dingen die soo net niet sijn onthouden
omdat het een weijnigh tijt geleeden was. En dit alles haer overkomen sijnde is sij te vroegh verlost van nogh geen voldragen kint dat oock maer een weijnigh tijt geleeft heeft, en sij aen de vrouwen ronduijt getuijght heeft dat haer man daer
alleen de oorsaeck van was. Dit heeft de predikant getuight alles gehoort te hebben uijt hare mont, ter wiel sij wel bij haer verstant was en meijnde dat sij gaen sterven soude, en seijde als sij niet haer verstant soude hebben dat sij dan nogh
meer soude seggen en wraake roepen over alles, en wel met sulcken voorneemen als sijnde nu daeroe genootsaekt soo dat het niet helpen konde dat de predikant haer wel ernstelijck vermaende te willen swijgen soo er nogh eenige hoop van beternisse
aen hem te verwachten ware waerop sij seijde geen verwachtinghe van te hebben, en heeft het soo vrijwilligh alles verklaert aen den predikant nae dat sij het te vooren alles gedaen hadde aan Maria Smidts huijsvrouw van Mahieuw Vervooren in
bijsijn van Jesijntje van Nevele , mede van Pr Lamens, en nogh bovendien versoghten dat de predikantsvrouw moghte ontboden worden, en die gekoomen sijnde het selve aen haer oock betuijght heeft in tegenwoordigheijt van die twee vrouwen..
- Tot welcken eijnde die twee vrouwen ontboden sijn en hebben die alles oock verklaert behalve dat sij seijde dat sij nogh andere omstandigheden die gepasseert waren nu vergeeten hadde.
- Bovendien soo heeft den predikant ingebraght dat hem op heden Mr Jacob van Cruijningen is voorgekoomen met gesten van dronckenschap, die daer op hem versoght te willen in huijs gaen maar tot antwoordt kreeg dat hij op sijn selfs soude letten,
waer op de predikant seijde dat sulcken antwoort den dronckenman beter pastede soo voer hij uijt in vuijle scheltwoorden dat hij met geenen? gebrult? was en met kanalje.
- Waer op den predikant hem heeft ontbooden om hem daer over te horen, en binnenkoomende soo heeft hij sijn hoet opgehouden; 2) soo versoght hij dat sijn partije soude vertrecken, waer op hem geseijt is dat hij sijn hoet volgens betaem: order
soude afneemen, hij niet willende is hem gebooden uijt te gaen.
-
- Alle dese dingen overwoogen sijnde, soo is hem aengeseijt dat hij op toekoomende rustdagh den publycke godsdienst niet sal waerneemen tot nader order.
-
- 27 feb 1693
- Coll: Qualif: bijeengeroepen in het huis van baljuw Swanke `de wiel sijn agtbare niet in staet was tot ons te koomen', met Salomon de Lava als schepen. Is goed gevonden attestaties van de getuigen op te halen. `En dan eens te onderneemen of men
van Cruijningen kan bewegen tot schultbekentenisse en rustige belofte van beteringe en soo niet dan andere middelen te gebruijcken.'
-
- 16 maart 1693
- is van Cruiningen voor het Coll: Qual: verschenen en hij heeft uiteindelijk schuld bekent en hij zal God bidden dat hij zich in het vervolg beter zal gedragen. Het college wenst hem toe dat hij zich in de toekomst mag beteren.
-
- `Oock is hem voorgedragen hetgene ons is aengebraght van wegen de saeck tusschen sijn vrouw en hem als gesien in de acte van den 21 febr, num 2, het welcke hij absoluijt ontkent heeft, en het Coll: Qual:, overwegende de bekommerlycke
omstandigheden daer van, heeft geoordeelt dat te laeten.
-
- Doopget
- 1692 Maria Jacoba: Pieter Hernij, Gillis van Cruyningen, Martha Ravesteijn
- 1695 Leonora, dr van Jacob van Cruyningen en Leonora van de Revieren die beyde overleeden syn: Jannis van Cruyningen, Maria Looijsen
|