Notes |
- L St. Anne:
- 17.4.1660 met att Josijntje van Hage huijsvrouw van Pieter de Vos
-
- Acta St Anne
- 14 jan 1669
- Mede voor ons verschenen Pieter de Vos, Josijntje Verhage en Willem van Welle hebben zich verzoend na `hun twisten en onenigheden'. Toegelaten.
-
- Acta St Anne
- 3 november 1669
- predikant meldt dat Herman Barents bij hem heeft geklaagd over Anthonette van Opstal, huisvrouw van mr. Willem van Welle, die zijn eigen vrouw beschuldigd zou hebben van `dieverij begaen te hebben ‘t haeren huijs' toen zij, Anthonette, `in de
kraembed waerde', en dat ze dit ook gezegd had tegen Josijntje de Vos [d.i. Josijntje Verhage].
- Hij verzoekt de vergadering de eer van zijn vrouw te redden. De predikant zal met ouderling Jaques van Uxem proberen partijen te verzoenen.
-
- 10 november 1669
- Bezoek gebracht aan het huis van Pieter de Vos en zijn vrouw Jezijntje, die getuigde dat toen ze op kraambezoek was bij Anthonette, deze zich tegen haar beklaagde dat ze `wel een staes? boter uyt haer kuype en wel dry pont van haer vett miste,
daer bij doende, wat dunckt u van Sara! waar op Josijntje bekent geantwoort te hebben: kan Sara dat, zij kan het hamme-vet (dit wiert vermist, en om dat te haelen was Josincken bij haer gekomen) haer kinderen ook wel gegeven hebben. Voorders
seijde Josijntje waerachtig te wesen, dat Anthonette, korts nae dat se uyt haer kraembedde gekomen was, ‘t haeren huyse seer verslagen gekomen was, ende Josijntje vragende watter schorte, gesegt hadde, [...] wat seggen. wat dunckt u van die
Sara, zij heeft ... en haer linwaet op mijn solder gehangen te hebben, wel 7 oft 8 stucken van mijn linwaet onder het haere gevonden, daer ‘t onsent gestolen heeft, en moet Saraa's... gegeven ophouden. Dit bekende Mayken de Vos, schoonsuster
van Josijntje oock waerachtig te wesen,' omdat ze het zelf gehoord had omdat ze daar vlakbij zat te spinnen en Josijntje het haar meteen verteld had, op haar vraag waarom ze zei dat Sara haar linwaat gestolen heeft etc.
- Toen is Anthonette bij de predikant ontboden. Zij zei dat ze niet kon komen omdat ze van de koorts niet op kon staan. Even later kwam ze toch en deed alsof ze van de hele zaak niets wist. Dan ontkent ze alles en zegt dat Herman en Josijntje dit
niet in haar tegenwoordigheid durven herhalen.
- Herman met zijn huisvrouw en Josijntje ontboden.
- Heeft toegegeven dat ze wel `enig ... onder Saraa's goet gevonden hadde, ‘t welck zij alsdan Sara bekent gemaeckt hadde,'zoadat ze daarom geen ruzie met elkaar zouden krijgen, maar ze ontkent dat ze tegen Herman gezegd zou hebben dat Josijntje
van Sara gezegd zou hebben dat ze het hammevet gestolen had, en ze zei tegen Josijntje dat ze daarover loog.
- [...]
- Mr Willem van Welle komt ongeroepen binnen en `sprak met een vergramt gemoet tot zijn vrouw' en zegt tegen Josijntje dat zij spreekt met `een vuyle tong'. Waarop Josijntje opsprong en zij elkaar `seer vinnige woorden' toevoegden.
-
- 21 november 1669
- De zaak wordt gesust en in der minne geschikt.
-
- 23 november 1669
- Ontboden en verschenen Mr Willem van Welle en Anthonette zijn huisvrouw, Herman Barents en Sara zijn huisvrouw, alsmede Josijntje de Vos.
- Iedereen betuigt leedwezen, Mr Willem van Welle ook omdat hij Josijntje de Vos met scheldwoorden bejegend had.
- Iedereen weer verzoend.
|