Pieter BASTING

Notes:

Gestorven als jongeman.

 

Acta St Anne

31 jan 1759

zijn de twee kinderen van Johannes [lees: Josias] Bastink Pieter en Abraham van den armendiaconie besteed geworden. De eerste bij Johannes Platschaart en de tweede bij Jan Ruckebus, van feb 1759 tot meij 1760. Pieter wint een pond en Abraham
verdient de kost.

 

Acta St Anne

maart 1768

De bedankende personen [voor de armenzorg vd diakonie] waren:

Pieter Bastink

Josyna Verkruisse.

 

Acta St Anne

29 maart 1782

Op belijdenis aangenomen

Carle Borgoo

Francois Riemers

Pieter Bastinck

Maria Baas

Francina Callon

Sara van de Kerkhove

Johannes de Smit

 

Acta St Anne

27 maart 1785

gaf de Praese te kennen hoe zig twee leden der gemeente zig zedert eenigen tijd zeer ergerlijk te buiten hadden gegaan in t spel en in den dronkenschap t.w. Pieter Bastink en Frans Naye en stelde voor of men niet die twee leden over hun
wangedrag op eene kerkelijke wijze zoude vermanen en hen gelasten zig van den tafel des heeren voor dit maal af te houden

eenparig toegestaan

 

Acta St Anne

9.4.1785

De praese heeft verslag gedaan van zijne huisbezoeking die hij, voor al bij eenige leeden der gemeente wegens hun aanstotelijk gedrag in openbaar spelen en drinken en moedwillig verzuim van de godsdienst, als hierover de ernstigste
bestraffingen verdiend hebbende, gedaan had en hoe dezelve leeden overtuigd zijnde van hun wangedrag beloofd hadden om tot vermijding van aanstoot voor deze reis het avondmaal niet te zullen houden en zig in t toekomende beter te zullen
gedragen.

Als mede dat Pieter Basting en Frans Naije in t bijzonder over hunne aanhoudende dronkenschap speelzugt en ongodsdienstigheid op de serieuste en nadrukkelijkste wijze had onderhouden dog met weinig hoop dat zijne vermaningen ingang zouden
vinden...

 

Acta St Anne

3.7.1785

Dan wat Pieter Basting betrof dezelve volgens rapporten zig wel beter gedroeg ten opzigte zijner dronkenschap, dog dat hij echter zeer slordig zijnde in t waarnemen van den godsdienst ds praese zig verpligt vond den broederen voor te stellen of
het nog wel raadzaam was gem Pieter Basting als zijnde van deszelfs opregte beterschap nog op verre na niet overtuigt weder aan het avondmaal toe te laten, waar in de broederen ook zwarigheid gemaakt hebben en is beslooten dat predikant gem
Pieter Basting opnieuw nader zoude vermaanen.