Print Bookmark
Maria van RENTERGHEM

Maria van RENTERGHEM

Female 1694 - 1739  (45 years)

Generations:      Standard    |    Compact    |    Text    |    Register    |    PDF

Less detail
Generation: 1

  1. 1.  Maria van RENTERGHEMMaria van RENTERGHEM was born 1694, St. Anna ter Muiden; was christened 12 Dec 1694, St. Anna ter Muiden; died 6 Nov 1739, St Anna ter Muiden.

    Notes:

    Acta St Anne

    25 jan 1730

    Ook nog raad gevraagd aan de magistraat wat te doen met het huis van de overleden Anna Scheers, wed Rentergem en laatst wed van Jan Verschelle, waar de armen `verbant op heeft'. Advies om de magistraat te verzoeken op naam van Maria van
    Rentergem het huis en goed te mogen verkopen ten profijte van de armen, nadat de `doodschuld' en andere kleine schulden zijn betaald aan Maria v Renterghem die door haar zijn voorgeschoten.

     

    Acta St Anne

    3 feb 1730

    Verzoek opgesteld voor verkoop huis, stalling en schuur op naam van Maria v Rentergem, enige erfgename van haar moeder Anna Scheers. Laten opstellen bij Blondeel tot Sluis.

     

    RAZVL 481

    8 februari 1730

    Collaterale successie.

    op verzoek van Maria van Rentergem meerderj dochter van wt Guiliame van Rentergem en Anna Scheers, en also als erfgename van haere suster Magdalena van Rentergem, te deser stede overleden op den 16 augustus 1729 getaxeerd:

    de helft in een huijs, schuere, stallinge gelegen aan de noort oost zijde van de plaetse off pleijn deser stede, hebbende ten noort westen de gemeene ganck, ten zuitoosten en agterwaarts streckende jegens de erve van wt Joris Cauw, nu Pieter
    Lamens, het voors huijs etc belast met 500 guldens capitaal ten profijte van den arme diaconie deser stede, volgens verbantbrief gepasseerd 16 januari 1699,

    getaxeerd te samen het geheel vijftig pond vls, zijnde de helft 25 vls

     

    RAZVL 482

    12 sept 1730

    Maria van Rentergem erft Pieter le Roij in een huijs etc aan de plaets van St Anne

     

    RAZVL 478

    fo 251

    12.9.1730

    comp Maria van Rentergem, meerderjarige nagelate dogter van wt Johanna Scheers in huw verwekt bij wt Guilliame van Rentergem in het gene naerschreven geregtigt eerst met, ende benevens hare suster Magdalena van Rentergem ider voor de helft, als
    erfgenamen van haare overleden moeder Johanna Scheers, en verder als erfgenamen voor de wederhelft van de voors hare suster Magdalena van Rentergem na haere moeder overleden op den 16 aug 1729... welke comparante verklaarde te hebben verkocht
    ten profijte van de arme diaconie deser stede aan Pieter le Roij s'heeren dienaer, woonende alhier... een huijs, schuere, stallinge met het erf, aen de noortzijde van de plaetse of pleijn, ten noortwesten tegen de stadswatergank off erve,
    zuidoost en agterwaerts streckende jegens de erve van de erfgen Jan Bocqué, te vooren Joris Cauwe, competerende de vercoperesse als erfgen voornoemd, hebbende haere moeder Johanna Scheers al hetzelve toebehoort bij versterf van hare voors man
    Guilliame v Rentergem, de welke het huijs heeft geerft van zijn vader Steven van Rentergem, ende de schuere ten jare 1688 doen bouwen, blijkende het selve bij den verbant van het restant tot 22 ponden vlms alhier gepasseert in proffijte van
    juffr Janneke Mangelaer als eenige erfgen van haar vader Cornelis Mangelaer timmerman binnen Sluijs, dd 20 feb 1697.

    Zijnde dese coop geschiet voor 58 ponden vlms

     

    RAZVL 467

    processtukken: Valentijn Schelman als voogt der weese Jan de Bode, dat op den sesden november des voorleden jaars 1739 alhier ter stede ten huijse van dominus Inia, is overleden Maria van Rentergem, nichte der voorschreven weese, dat sig
    aanstonts in haar boedel en goederen hebben geingereert, d'heer Boudewijn Scheers en sijn broeder Jannis Scheers, sonder eenige versegelinge te hebben laten doen... hoewel sij wisten dat zij maar voor een sesde part erfgenamen zijn...

     

    [transcriptie Lex van Houte]

    136. Inventaris van de goederen nagelaten door MARIA VAN RENTERGEM, opgemaakt op 12 november 1739. (RAZVL. nr. 492).

     

    Inventaris van alle de kleederen, linnen en wollen, contante penningen, gemaekt goudt en silverwerk en verdre goederen metter doot ontruijmt en nagelaten bij wijlent MARIA VAN RENTERGEM, jonge dogter, gewoont hebbende verscheijde jaeren voor
    dienstmeyt bij dominus JOHANNES INIA, predikant te Sint Anna ter Muyden, en aldaer overleden op vrijdag den sesden november XVIIc negenendertigh gemaekt en in geschrifte gestelt ten overstaen van dheeren JACOBUS DE NUET en ABRAHAM BASTINCK,
    schepenen, commissarissen, door mr PETRUS PATRICIUS BLONDEEL griffier der stadt en schependomme van Sint Anna ter Muyden ter bijwesen en opgave van dheer BOUDEWIJN SCHEERS en monsr. JANNIS SCHEERS en vervangende monsr. JOSEPH DE LE BECK in
    huwelijk met MAETJE SCHEERS wonende in der Groede samen erffgenamen maternel ende van VALENTIJN SCHELMAN, wonende op 't Groote Pas te Sluys in qualiteit als voogt der weese JAN DE BODE en vervangende CATALIJNTIE DE BODE, suster van de gemelde
    weesen, mede wonende op het voornoemde Groote Pas, samen erffgenaemen paternel van wijlent de voorschreven overledene MARIA VAN RENTERGEM. Actum Sint Anna ter Muyden voornoemt op donderdagh den twaelfden november 1739.

     

    Inde voorkamer van 't huijs bewoont bij dominus INIA.

    Bevonden een geschildert cabinet waer van gesegt wordt de sleutel zedert het affsterven van MARIA VAN RENTERGEM meest altijt in bewaring is geweest bij welgemelden dominus INIA, welk cabinet met de sleutel geopent sijnde is daer in bevonden in
    een kistje de navolgende contante penningen.

    Een endertig zeeuse rijksdaelders a 51 stuiver 't stuck, samen bedragen tot derthien ponden, drij schellingen en ses grooten vlaems dus L 13: 3: 6

    Een halve zeeusse rijksdaelder, bedraegt vier schellingen en drij grooten vlaems 0: 4: 3

    Vier gulden stukjes bedraegt derthien schellingen en vier grooten vlaems 0:13: 4

    Een goede schellink 0: 1: 0

    Een vier stuiver stuk 0: 0: 8

    Een blamuiser 0: 0: 6

    Vijff duyten 0: 0: 1 1/4

    De contanten bedragen samen tot veertien ponden, drij schellingen vier en een vierde grooten vlaems, dus

    L 14: 3: 4 1/4

     

    Gemaekt goudt en silverwerck.

    Een goude rijnk

    Een silver oorspansel met goude stukken

    Een silver oorspansel gebroken

    Een silvere hooftnaelde

    Een silvere beugeltas met silver haak en gispen

    Een silver beslagh aen een scheer met een silvere ketting

    Een paar silvere gispen

    Een bijbeltje met silvere slooten

    Op het cabinet een half dosijn blauw porceleijn theegoedt

     

    Vrouwe kleederen en linwaet.

    Een geel gestriepte krippe japon

    Een swart lakens krippe japon

    Een swart gestriept stoffe keurs

    Een geel zijde stoffe jakje

    Een root geblomt chitse manteltje

    Een serge manteltje

    Een geel casequyntje

    Een peers geblomt catoene jakje

    Een rood gestriept calemijnke keurs

    Een geblomt say damast keurs

    Een dito geblomt wat slegter

    Een serge keurs

    Twee roode baye keurssen

    Een bruyn damast geblomt sticklijff [stuklijff?]

    Een gestriept calemijnk sticklijff

    Een linne borstrok

    Een bruyn calemijnke borstrok

    Een paer vissers mowen

    Een paer zayette handtschoenen

    Twee paer dito asgrauw coleur

    Drij paer gespikkelde koussen

    Twee strijngen blauwe sayette

    Veertien vrouwen hemden

    Agt trekmutsen

    Elff slegter dito

    Seven ondermutsen

    Elff witte beuken

    Twee bonte dito

    Twaelff neteldoeke neusdoeken.

    Vier damaste feytels

    Drij witte linwate zakdoeken

    Twee bonte dito

    Twee paer platte mouwen

    Vijff blauwe teerlinge schorten

    Een chitse schorte

    Een swarte zijde schorte

    Een lapje wit bombasijn tot vier tipmutsen met kantjes en lintjes

    Een mandetje met rommelinge en dito rommelinge inde onderste schuyve

    Drij paer muylen

    Een stroo hoet

    Negen boekjes in octavo

     

    Dominis JOHANNES INIA bij het maken van desen jnventaris present heeft gedeclareert de overleden over meytshuyre door hem is voldaen tot prima mey dese jaers 1739 dogh nog competeerd het halff jaer vervallen prima november 1739 ter somme van
    drij ponden vlaems. Dus L 3: 0: 0

     

    Aldus desen jnventaris gemaekt en in geschrifte gestelt ten overstaen en bijwesen als in het hooft gemelt als mede ten bijwesen van MARIA BOUDRY huysrouw van voornoemde monsr. JANNIS SCHEERS en hebben de presenten vrinden voor de onderstaende
    heeren commissarissen gedecclareert dat zoo hun buyten vermoeden nog eenige goederen offte baten van de overledene bekent worden, desen jnventaris daer mede te sullen laten amplieren, Actum dato et loco utante.

     

    J:D:L:NUET, 1739

    ABRAHAM BASTINCK, 1739

    P:P:BLONDEEL, griffier.

    [met dank aan Lex van Houte]




This site powered by The Next Generation of Genealogy Sitebuilding ©, v. 11.1.2, written by Darrin Lythgoe 2001-2024.