Notes |
- HQJ p 257
- Kerkrek 1593 tot 1595:
- `Bet. adr. gheeraert van ghemaeckt thebben het houtewerck van de bovenschr. drie veynsters [zie Pieter Bulteyn], metg. gelevert alle de houte materialen, hiertoe dienen:' f 36,-
- `Van ghedect thebben de voors. drie veynsters met gley' f 6,-; `Over het matsen van noortveynstere hier te voren eens ghe[matst?] en: by tempeeste van wynde anderwerf inneghestort, metg. dezelve kercke beset en: ghewit thebben' f 15,-.
- `Van het paveren van de kercke, duerdien het paveersel hier te voren ghemaeckt duer het instorten van noortveynstere gheheel instucken ghevallen was' f 6,20.
- `Van toeghemast thebben de zuudtveynstere.'
-
- In dezelfde tijd:
- `Bet. Adr. gheraert van ghemaect en: ghelevert thebben een houte cappe over de vaute van torre van voors. kercke met het leveren van alle de houte materialen' f 72,-
- `Bet. van ghedect thebben met gley de voors. cappe' f 14,-
- `Over het breken van twee gaten over de vaute vanden torre, aldaer de goote es gheleyt.'
- Deze goot, nog aanwezig, ontlast aan de noordzijde van den toren het water van het gemelde dak, thans met pannen gedekt.
|