3. | Maria Clara WALLIS was born Abt 1700; died 3 May 1742, St. Anna ter Muiden. Notes:
RAZVL 493
11.9.1742
Boedel van Maria Clara Wallis, huisvr van Anthonij Borgou, borger en timmerman alhier, met vier wesen.
In de keuken
Twee kassbedden met haar toebehooren 0-13-4 gr vlms
Een ijsere pot met een kopere aker, een kasse, een tange, assekanschoppe, hangel en brander.
Een aarde kanne, theepot en half dosijn groffbakken theegoet, een aarden schotel, theeketel en lampe.
Een aker, wastobbe, vier stoelen, en een tafel.
Het timmermansgereetschap bestaande in beytels, zaagen, schaaven, avegaars, hamers, tangen, schaafbank, draaijbank, slijpsteen, en touwraap met twee schijven.
Op de solder
Een half vat graan en rommelinge.
In de stal
Wat saatstroij en branthout.
Samen waard 8-4-0 gr vlms.
*
Schulden
Aan Jacobus de Ridder over polderregt.
Aan den molenaar Maerten Sarlet over terwemulter.
Aan Jannes Scheers over huijshuijr.
Aan Jan de Bouk over kleermaken.
Aan dheer Cornelis Deckers over houtwaren.
Aan Mattheus Croquette over brootbakken.
Aan dheer Jacobus vander Strate over gekogte goederen
En eijndelinge aan den hooftman Johannes Platschaart over een halve sak terwe.
Samen 11-3-9 gr vlms.
Wk St Anne 489
3.10.1742
Anthonij Borgou, wednr en boedelhouder van wijlen zijn vrouw Maria Clara Wallis alhier overleden 3.5.1742, en vader en voogd van haar vier wezen Marij Cathalijne 15 jr, Joseph 9 jr, Andries 7 jr en Eugenius Borgou 4 jr, die verklaart dat
ongeveer een jaar geleden van Watou om de vrije oefening van de gereformeerde religie naar hier is overgekomen en te deser stede geen vrinden of goede bekenden heeft die hij tot voogd over zijn voornoemde vier kinderen zou kunnen laten
aanstellen. Aangezien de lasten van de boedel groter zijn dan de baten, verzoekt hij hun moederlijke successie op den boek van nieten te stellen.
Is toegestaan.
|