Print Bookmark
Izaak de MUNCK

Izaak de MUNCK

Male 1739 - 1786  (47 years)

Generations:      Standard    |    Vertical    |    Compact    |    Box    |    Text    |    Ahnentafel    |    Fan Chart    |    Media    |    PDF

Less detail
Generation: 1

  1. 1.  Izaak de MUNCK was born 1739, Biervliet; was christened 26 Dec 1739, Biervliet (son of Abraham de MUNCK and Elisabeth CLAEIJSSEN); died 12 Sep 1786, St Anna ter Muiden; was buried 14 Sep 1786, St Anna ter Muiden.

    Other Events:

    • Beroep: meestersmid en schepen van St. Anne

    Notes:

    Lidm Breskens

    Isaac de Munck 19.12.1774 met att naar St Anna ter Muiden

     

    RAZVL 480

    fo 91

    20.9.1774

    Cornelis Israel meestersmid binnen deser stede en sijn huisvr Cathalintie vd Ameele verkopen aan Isaak de Munck een woonhuijs, smidse, pakhuisje en stallinge met de erve daar aan ex [sic], op het plain oft plaatse

     

    RAZVL 480

    fo 92v

    20.9.1774

    Isaak de Munck verklaart schuldig te wesen aan Jacobus Risseel [Rosseel], hooftman van de Isabellapolder 1600 carolijguldens... onderpand het huis, smidse etc van fo 91 hiervoor

     

    Armenzaken St Anne

    1778 de kkr staat borg voor de huishuur van 1 mei 1778 tot 1 mei 1789 van de smid Izaak de Munk

     

    Acta St Anne

    27 jan 1780

    in het bijzijn van magistraten schepen F. Bookelaar en schepen J. de Kloet, gekozen uit 7 personen, te weten Jac. vd Ameele de jonge, Petrus le Roij, Jacobus Naaije, Frans Bookelaar, Johannes de Kloet, Johannes Bellink, Johannes Bastink,
    tweetal geformeerd Frans Bookelaar en Jacobus Naaije, daaruit met 5 tegen 2 stemmen Frans Bookelaar gekozen.

    Tot diaken gekozen uit Abraham de Can, Isaac de Munk, Isaak Blok, Abraham van Waaijenberg, Johannes Bastink, Mattheus de Bruine, Johannes Bellink, daaruit dubbeltal Isaak de Munck, Abraham v Waaijenberg, gekozen met 4 tegen 3 stemmen Isaak de
    Munck.

     

    Acta St Anne

    5 mei 1786

    in bijzijn van commissarissen Isaac de Munck en Joh. Belling uit het gros van Johannes Bellink, Francois Bokelaar, Isaak de Munck, Abraham Waaijenberg, Isaak Krane, Isaak Waaijenberg, Adriaan Plasgaart de oude, het tweetal de Munck, Bokelaar en
    gekozen tot ouderling Isaac de Munck.

     

    [transcriptie Lex van Houte]

    285. Inventaris van de goederen nagelaten door ISAAC DE MUIJNCK, weduwe van JOHANNA DE GROOTE, overleden 9 december 1786. Opgemaakt op 12 en 13 december 1786 door notaris ANTHONIUS VAN DEINSE. (RAZVL., nr. 2132)

     

    Inventaris van alle de goederen, zoo roerende als onroerende, middelen en effecten, actien en crediten, met der dood ontruimt en naargelaten door monsieur ISAAC DE MUIJNCK in leven geweest schepen der stad Saint Anna ter Muiden en aldaar
    overleden den negenden december zeventienhondert zesentachtig. Van welke den overleden ingevolge contract van huwelijk met wijlen zijne huisvrouw JOHANNA DE GROOTE voor banden van t' zelve gemaakt, verleden en gepasseert voor den notaris JACOB
    BOUVIN en getuigen binnen de stad Sluis in Vlaanderen in dato den elfden april zeventienhondert vijfenzeventig uit kragte van de geintroduceerde gemeenschap van goederen, de helft was competerende en op het overlijden van gemelde zijne
    huisvrouw voorn/ JOHANNA DE GROOTE zijnde geweest den ---- zeventienhondert -- en tachentig gebleven in het volle vrije bezit, genot en volkomen eijgendom van den geheelen en gemeenen boedel en goederen en dus van allen t'gene zijne eerst
    overleden huisvrouw met der dood heeft nagelaten alles nochtans onder deze conditie dat bij aldien ten overlijden van de eerststervende geene kind of kinderen uit dit huwelijk verwekt wierden nagelaten en de langstlevende zonder zig ten anderen
    huiwelijke te hebben begeven (zo als gebeurd is) kwam te overlijden, dat in dien gevalle des langstlevendes boedel en goederen en dus van den overleden in dezen zoo als die op zijn overlijden zoude zijn geconstitueert zoude werden genoten en
    gedeelt bij de vrienden en erfgenaamen van de eerst overledene voor d'eene helft en de vrienden en erfgenamen van de langstleeft hebbende voor de andere helft zoo als bij het

    voorschreve contract van huiwelijk staat gemeld en waar aan alhier werd gerefereert.

    Zijnde van de zijde van den overleden ISAAC DE MUIJNCK tot deze nalatenschap voor de eene helft gerechtigt, eerst zijne zuster van volle bedde ELIZABETH DE MUIJNCK in huiwelijk met mons/ JACOBUS ROSSEEL, voorts ABRAHAM, FREDRIK, JACOBUS en SARA
    DE MUIJNCK, kinderen van zijn vollen broeder AARNOUT DE MUIJCK in huiwelijk verwekt bij MARIA KARLIER.

    Item ABRAHAM en LEENDERT JOSIAS DE MUINCK, beide kinderen van zijn vollen broeder ABRAHAM DE MUIJNCK in huiwelijk verwekt bij HELENA DE BEER.

    De voorschreve ELIZABETH, AARNOUT en ABRAHAM DE MUIJNCK nevens den overleden kinderen van --- DE MUIJNCK en ELIZABETH KLAASSEN. En PAULUS LEIJS, broeder van halven bedde en zoon van gemelden ELIZABETH KLAASSEN in huiwelijk verwekt bij JOSIAS
    LEIJS.

    En van de zijde van des overledens huisvrouw voorn/ JOHANNA DE GROOTE, zijn voor de andere helft tot des langstlevendes nalatenschap gerechtigt ALEXANDER DE GROOTE, wagemaker te Waterland, gezegt het Kerktje, CORNELIA DE GROOTE woonende te
    Aardenburg en JANNIS DE GROOTE woonende te Noordgouwe in den lande van Schouwen en Duiveland, volle broeders en zuster van de overledene JOHANNA DE GROOTE en kinderen van CORNELIS DE GROOTE en MARIA TROMP.

    Zijnde dezen inventaris gedaan maken en in geschrifte stellen ter requisitie, aanwijs en opgave van monsieur JACOBUS ROSSEEL, hoofdman en landman in den Izabellenpolder benoorden Aardenburg in qualiteit als bij codicillaire disositie van den
    overleden verleden en gepasseert voor den notaris Mr/ ANTHONIUS VAN DEINSE en getuigen te Sluis in dato 16e november 1786 aengestelt tot executeur in zijn nagelaten boedel en sterfhuis door mij Mr/ ANTHONIUS VAN DEINSE openbaar notaris, etc.
    ter presentie van monsieur MARINUS BOONE gezwooren klerck ter griffie van den Edelen Collegie s'Lands van den Vrijen te Sluis en ABRAHAM DEUNINCK woonende te Saint Anna ter Muiden voornoemt op den 12e en 13e december zeventienhondert
    zesentachentig.

    Bestaande de goederen ten sterfhuise van den overleden bevonden in de navolgende:

     

    Onroerend goed.

     

    Contanten gelde.

    Negenendertig Zeeuwsche rijxdaalder, een halve rijxdaalder, een halve kroone, tien permissie schellingen, drie vlaamsche vijf stuivers stukken, twee vlaamsche dobbels, item dito plaketten, twintig Hollansche dubbeltjes, agt stuivertjes.

     

    Goud en zilver in de kas en kist bevonden.

    Een zilver zakhorlogie met ketting, t'geen gezegt word door den overleden te zijn gegeven aan ABRAHAM DE MUIJNCK fs/ ABRAHAM.

    Een paar zilvere schoengespen, een paar dito broeksknoopen, een dito halsslootje, een paar dito gespen met kopere beugels, een paar goude hembdsknoopen, een zilver snuijfdooze, elf zilvere hembdroks knoopen, een tour gitjes met een dito goud
    slot, een dito koraline kraalen en eenige losse, twee bijbeltjes in octavo met zilvere slooten, een eau de la reine doosje.

     

    Meubilaire goederen. In de agterkeuken in den haart.

    Een staande en leggende ijzere plaate, een dito tange, een dito rokelijzer, een dito blaaspijp, twee blekke lampen, een sulfer baktje, een handveeger, een aarde doofpot, vijf stoelen.

    Voor de schoorsteen twaalf geleijerde borden, een dito komme

     

    In de spinde: Veertien geleijerde borden en schoteltjes,

    een scheerbecken, vijf borden, een boter schoteltie, veertien porceleijne bakties en schotelties, een bruijne kopere koffijkan, een teepot en komme, twee porceleijne schotelties en bakties, zes Engels geleyerde schotelties en bakties, twee
    blekke theebusjes, een blekke doosje, een schouwrabat, twee witte cattoene glasgordijnen, een spiegeltie een geleijerde waterpot.

    Eerst een huis en erve zijnde een smitse, kleen huisje of pakhuisje en stallinge, staande en gelegen binnen dezelve stad Saint Anna ter Muiden en aldaar op het plein of plaatse oost van vooren tegen over het stadshuis, west van agteren tegens
    de erve van JACOBUS VAN DEN AMMEELE, zuid het huis van de weduwe JACOBUS NAAIJE en noord tegens het huis van schepen ISAAC VAN WAIJENBERG, causa uxoris de weduwe van den burgemeester wt/ dhr/ PIETER HERNIJ, met nog vier roeden en agt voet
    cheins erve, gelegen agter het huis en smitse, waar voor jaarlijks aan JACOBUS VAN DEN AMEELE werd betaald agt schellingen en zes grooten vlaams. En nog de nombre van zevenentwintig en een halve roede cheins erve geldende jaarlijks vier
    schellingen en zeven grooten vlaams ten profijte derzelve stad met de daar ront staande muur en heininge, abouterende van vooren ofte westzijde met de muur tegens de plaatse of plein, aan de noord zijde het huis en erve competerende de kerke
    bewoond bij den Heer predikant van dezelve stad en aan de zuid en oost zijde tegens de erve en schuure van JACOBUS NAAIJE, belast met een kerke rente van zes grooten vlaams s'jaars. Door den overleden gekogt van CORNELIS ISRAEL voor eene somme
    van zestienhondert guldens daar onder begrepen alle de smitsgereedschappen zoo losse als vaste en aan den zelven getransporteert voor den achtbaaren gerechte derzelve stad ingevolge erfbrief daar van zijnde de dato 20 september 1774. Zijnde het
    huis, smitse en stallinge met de voorn/ zevenentwintig en een halve roede erve door den overleden bewoond en gebruikt geweest en het kleen huisje werd in huure bewoond en gebruikt bij ABRAHAM DEUNINCK tot zestien guldens s'jaars, zijnde de
    huure voldaan tot primo meij 1785 en welke huure is loopende tot meij 1787. Zijnde allen t'zelve belast met een schepenschuld en verbandbrief in profijte van voorn/ JACOBUS ROSSEEL groot geweest in capitaal zestienhondert guldens en nu per
    reste nog groot elfhondert guldens intressende a vier per cento s'jaars, dezelve verleden en gepasseert voor den Achtbaren Gerechte der stad en schependomme van Saint Anna ter Muiden in dato 20 september 1774.

    In de bedstede: Een pluijme bed en hoofdpeuluw, twee wolle dekens, een groen en een witte dito, twee lakens.

     

    In de voorkamer in den haart.

    Een houte plaat, een staande ijzere plaat, een kopere schotel, defect, een koper tabaks confoor, een ijzer koekschoptje, een blekke gerridon, een ijzere elle, een blekke dooze, een kamer veeger, een blekke lanteern, een houte stoove.

     

    Op de schoorsteen.

    Vier geleijerde schotels, een dito fruit bennetie, drie porc/ stukties van een stelseltie, twee geleijerde theepotties, een dozijn porceleijn, defect, een spiegeltie met bruijne lijst, een blek thee blatie, een tafel kasje.

    Daarop: Een geleijerde peperbus, een dito melk kannetie, een defecte theepot, twee geleijerde quispedooren, een bruijne dito, zeven schotelties en vijf bakties porceleijn, twee geleijerde kommen, een ijzere assij schoppe, een tabaks dooze

     

    Een bruijne boenhoute kas, daarop:

    Een en een halff douzijn porceleijn theegoed, twee geleijerde kommen, vier geleijerde theepotten, een porceleijne suijker suijker [sic] pottie.

     

    Daarin: Een hoed, zeven linwaate kussen sloopen, twee teerlinge dito, een sloop van een hoofdpeuluwe, zes servetten, een linwate gordijne, een tafel doek, twee glaze gordijnties, een tafel laken, twee doekties, twee bundels met kindergoed, vier
    neteldoeke halsdoeken.

    Een hembdrok met agtien zilvere knoopen, een paar wolle koussen, vier neusdoeken in soort, een jagt lakense rok, een zwart lakens camisool, een zwarte dito rok, een blaauwe dito rok, een dito camisool, een zwarte broek, een zwarte rok, een
    kalminken hembdrok met twintig zilvere knoopen, twee doeken.

     

    In de schuijven.

    Drie paar vrouwe handschoenen, een spinde doektie, dertien feytels, elf beuken, twee witte doeken, agtien bieze mouwen, veertien neteldoeke doeken, tien ondermutsen, vijfendertig trekmutsen, zes strijkbanden, een laptie fusteijn, een kant, een
    doektie, zes paar koussen in soort, een paar handschoenen, een parthij lappen en eenige rommelinge van geen belang.

     

    In de schuijven van het tafel kasje.

    Een kloen met saijette, twaalf stropties, een laptie fusteijn, een laken, een faalje, twee kasdoeken, een paar wolle koussen, eenige lappen en verdere rommelinge van geen belang.

     

    In de bedstede. Vier paar wolle koussen, een zwarte flemminge rok, vijf blaauwe doeken, zeven witte doeken, een duffelse rok, een zwart lakens camisool, twee broeken, een roode vriese hembdrok, een paar lakens, veertien borden, twee schotels,
    een lepelrek met drie lepels, een degen met kooper gevest, een hangend horlogie, twee bennen, vier stoelen, twee teene mandeties, twee glas gordijnen.

    In de spinde; Een kopere hangblaker, een dito pannetie, twee dito schaalen, een dito keteltie, een socijshoorntie, een koper konfoortie, een bruijn koper keteltie, een raspe, een dito strijkijzer, een tinne boter kroes, een dito schotel, twee
    dito zoudvaten, een dito peperbus, een dito pinte, agt eijer lepelties, een blikke lampe, een dito theebus, een dito tragter, een inktpottie, een suikertange, een teebus, twaalf wijn roomers, vier glaasjes, drie glaze theeflessen, zeven
    geleijerde borden, twaalf borden in soort, twee groote schotels, twee houte schaalen, een matte flesje, een theedoosje met wat saijet, knoopen, gaaren en ander kleenigheden, een gordijn roede, twee paar cattoene gordijnen, een duffelse jas

     

    Op de zolder: een kiste, daer in twee gestikte vrouwe rokken, twee greijne dito, drie flemminge dito, een damaste dito, een zwarte greijne dito, een serge dito, een zwarte drogette dito, eenentwintig mantelties in soort, drie hembdrokken,
    veertien schorten in soort, een kinder doop lak [sic] een stiklijf, een strooijen hoed, zes doeken, een lap nieuw laaken, een mans broek, eenige lappen in soort.

     

    In een laadje: eenige windels, een spelde kussen, een houte naalde koker, twee beukbanden met zilvere haaken en oogen, zes strijkbanden, eenige kleenigheden van linten etc.

     

    Twee houte schaelen met balans, een tonneke, eenige rommelinge.

    Op de groote solder:

    Een tafeltie, in de lade:

    Een kattoene schouwrabat, eenige boeken, eenige rommelinge, een folio bijbel met aanteekeningen, een kruisnet, een reijs zak, een vrouwe corchet, een stoel, een bed en hoofdpeuluwe, een kussen, twee wolle dekens, twee lakens, een wafelijzer

     

    In de waste:

    Drie wolle dekens, een cattoene deken, twee kinder dekenties, een roode luere, een pluijme bed, een hoofdpeuluwe, drie dito hoofd kussens, vier kussen sloopen, een schouwermantel, een bedde kleed, twee paar groene gordijnen,een paar lakens, een
    damaste hembdrok

     

    Op de plaatse:

    Een koperen aker, drie tobben, twee aarde stermijnties, een mandetie, een slijpsteen en bak

     

    In't houd schuurtie:

    Een partij brandhoud, een quantiteit oud ijzer, vijf doeken, een halve zijde dito, een slaapmuts

     

    In den hof: Een partij brandhoud, eenhondert palisaden

     

    In de bakkeete: Een kopere wasketel, een stoel, een aarde pot, een tonneke, het ovengereedschap, een hangijzer, een tange.

     

    Op het vlieringtie: Een partij oud ijzer

    In de schuure: Een quantiteit aardappels, in een put, een partijtie smeekoolen, een partij oud ijzer

    In de kelder: Een tonnetie met boter, twee manden, drie tobbeties, twee stremijnen

     

    In den Grooten hof naast het huis van den predikant:

    Een quantiteit oud boon en erte rijs, een mollevalle

     

    In de smitse: Een ijzer haambeeld, een blaasbalg, een sparhaak, drie voorhamers, agt hand hamers, twee schroeven, vijftien tangen, aan de werkbank en in twee schuijven eenig kleen gereedschap van handschrieven, vijlen en bijtels

     

    In een kasje: Eenig paarde meester gereedschap, een bord met stempels, twee distels, eenig gemaakt en ongemaakt ijzerwerk, een hondert ponds [?], een vierenzestig ponds dito, een twintig ponds dito, agt ponds dito en wat minder soort, een
    quantiteit stampers, agt wiel nagelroen, nieuw ijzer,

    vier staafjes beslag in soort, drie walsche ploeg scharplaten, een schijve, alle nieuw, een bos knipijzer of duitse roeden, een quantiteit beitels en doorslagen, een kopere theeketel, een spaa, een dito boom, een koppespinveeger, een
    hoefnagelbak met zijn toebehooren, eenige zagen en booren, een partij oud ijzer.

     

    In het varkenskot.

    Een vet varken, een partij oud ijzer

    In't hoenderkot: Tien hoenders en een haan.

     

    Actien en inschulden.

    Een briefje zijnde een onderhandsche schuldbekentenisse, laste ELIAS HOLLEBRAND groot 4: 4: 0 dato 5 april 1786, waarbij den zelven belooft heeft om die op negen maanden dog te zullen betaalen.

    Volgens een kleen boektje en een boek in folio zijnde de inschuldboeken van den overleden en andere aanteekeningen van den zelven staan gedebiteert de volgende persoonen.

    [verkort] CORNELIS BRUINISSE 1: 2: 3

    PIETER SCHELLEMAN 0:10: 0

    JACOBUS VAN DEN AMEELE 0: 8:10

    JOOST DE MEIJER 0: 9: 4

    JOSIAS LEIJSSENAAR 1: 7: 4

    PETRUS LE ROIJ over de hofstede 0:12: 9

    JACOBUS VAN DER BOEF 0: 6: 4

    JOHANNES BELLINCK de jonge 0: 6: 4

    D'heer PETRUS VAN DER ZOO 0: 2: 4

    Den hoofdman ADRIAAN PLASSCHAART over de hofstede 0: 6: 4

    De hofstede van het Eijland, bewoond bij ABRAHAM VAN WAIJENBERG 0: 5: 0

    De diaconie armen van St Anne ter Muiden 3: 2: 6

    De stad St Anne ter Muiden 1:15: 0

    De weduwe van JAN NAAIJE 1: 1:10

    ISAAC BODRIJ 0:17: 4

    De burgemeester FRANCOIS BOKELAAR 9: 9: 1

    De kerke van St Anne ter Muiden 1:14:11

    De parochie van St Anne ter Muiden 0:13: 3

    De Saint Ansendam 0: 6: 0

    Hendrik Wens 4:19: 5

    ADRIAAN PLASSCHAART, de jonge 1:16: 2

    ISAAC VAN WAIJENBERG over den hengst 0: 2: 1

    De weduwe JOSIAS BASTING 0:11: 2

    JACOBUS BRUCNER 0:11: 9

    De polder 0:15: 6

    JAN ONOF 0:13: 6

    ISAAC KRANE 0:13: 2

    De hofstede van de weezen burgemeester PIETER NAIJE 0: 9: 6

    Carel BROGO 0: 5: 1

    JEAN LOUIS SERGEANT 0: 3: 8

     

    Nu volgt het boek

    De weezen van den burgemeester PIETER NAAIJE 2: 5: 3

    Schepen JOHANNES VAN HEKKE 1:19: 1

    PIETER ONOF 9: 4: 6

    Schepen ISAAC VAN WAIJENBERG 3: 2:11

    PIETER VAN DEN AMEELE 6: 2: 4

    De weduwe van PIETER LA ROIJ 13:14:11

    PETRUS LE ROIJ 15:16: 0

    JANNIS VOSKAMP 20: 7: 2

    Schepen MATTHEUS DE BRUIJNE 20: 5: 2

    Den hoofdman ADRIAAN PLASSCHAART 12: 9: 3

    Schepen JANNIS BELLINCK 5: 6: 4

    JEAN LOUIS SERGEANT 4:19: 2

    ABRAHAM VAN WAIJENBERG 3: 6: 4

     

    Aldus dezen inventaris opgenomen etc.

    JACOBUS ROSSEEL

    M: BOONE, ABRAHAM DUINICK

    Mij present ANT: VAN DEINSE.

    [met dank aan Lex van Houte]

     

    RAZVL 481

    10 januari 1787

    op verzoek van Jacobus Rosseel [gehuwd met Elisabeth de Munck, zuster van Izak], hoofdman en landman in de Isabellapolder benoorden Aardenburg als executeur ten sterfhuis van Isaac de Muijnck in leven geweest schepen deser stede en overleden
    den 9 december 1786 [sic], getaxeerd:

     

    Eerst een huijs en erve zijnde een smidse, kleyn huisje of pakhuijsje en stallinge, in St Anne op het pleyn off plaatse met nog 4 roeden en 8 voeren chijnserve gelegen achter de erve van het huijs en smitse, waarvoor jaarlijks aan mons. Jacobus
    van den Ameele d'oude wordt betaald 8 schellingen en 6 grooten vls. Zijnde het huis en smidse en stallinge met de erve bewoond en gebruikt geweest door den overledenen en het kleyn huisje werd in huure bewoond bij Abraham Deunink tot 16 guldens
    sjaars; 1500 guldens het geheel.

     

    En nog 27 ½ roeden chijns erve geldende jaarlijks 4 schellingen en 7 grooten vls, ten profijte van deselve stad met de daarom staande muur en heijninge, komende van vooren met de muur jegens de plaats of pleyn, en ten noorden jegens het huys
    van de kerke der selve stad, bewoond werdende bij den predikant belast met een kerkerente van ses groten vls sjaars bij den overledene al meede gebruijkt geweest; 100 guldens.

     

    RAZVL 480

    18.4.1787

    Jacobus Rosseel hooftman en landman in de Isabellepolder benoorden Aardenburg als executeur ten sterfhuijse van Isaac de Munck in leven schepen deser stede, mitsgaders voogd van zijn minderj erfgenamen... heeft op 30.1.1787 verkocht aan
    zichzelf in privé... een huijs met zijn erve zijnde een smitse kleyn huisje off pakhuijs en stallinge met nog 4 roeden en 8 voeten chijns erve agter het huijs en smitse, waarvoor jaarlijks aan Jacobus vd Ameele d'oude werd betaalt 8 schell 6
    gr... staande en gelegen op het pleijn of plaatse oost van voren tegenover het stadhuijs, west van agteren tegens Jacobus vd Ameele jr, zuijd tegen het huis [ni] en noord tegen het huijs van de wed v Pieter Hernij, en nog 27 ½ roede chijnserve,
    zijnde een hoveniershof met de daar rondom staande meur en heyninge, komende van voren of ten westen met de muer jegens de plaatse of pleijn

    Izaak — Janna de GROTE. Janna (daughter of Cornelis de GROTE and Maria TROMP) was born 1747, IJzendijke; died 11 May 1783, St. Anna ter Muiden; was buried 15 May 1783, St. Anna ter Muiden. [Group Sheet]

    Children:
    1. NN de+ MUNCK was born 1776, St. Anna ter Muiden; died 1776, St. Anna ter Muiden; was buried 24 Dec 1776, St. Anna ter Muiden.
    2. NN de+ MUNCK was born 1780, St. Anna ter Muiden; died 1780, St. Anna ter Muiden; was buried 16 Dec 1780, St. Anna ter Muiden.

Generation: 2

  1. 2.  Abraham de MUNCK was born Abt 1700, Nieuwvliet.

    Abraham married Elisabeth CLAEIJSSEN 12 Nov 1730, Cadzand. Elisabeth was born Abt 1705. [Group Sheet]


  2. 3.  Elisabeth CLAEIJSSEN was born Abt 1705.
    Children:
    1. 1. Izaak de MUNCK was born 1739, Biervliet; was christened 26 Dec 1739, Biervliet; died 12 Sep 1786, St Anna ter Muiden; was buried 14 Sep 1786, St Anna ter Muiden.
    2. Elisabeth de MUNCK was born 1741, Biervliet; died 8 Feb 1826, Aardenburg.
    3. Aarnoud de MUIJNCK was born Abt 1755.
    4. Abraham de MUNCK



This site powered by The Next Generation of Genealogy Sitebuilding ©, v. 11.1.2, written by Darrin Lythgoe 2001-2024.