Notes |
- RAZVL 493
- 1718
- Boedels
- Rekening gedaan door Adriaan de Ligte, voogd, in 1718 over de wees Hendrick Fagel.
- Ten eerste: een huijs, erve op cheijnsgront van voren op de plaetse deser stede van Muijden, west van agter tegen de erve vanden oudt burgemr Jacob de Bruijne, zuijd tegen het huijs van schepen Willem Bastink, en noord tegen het huijs van
Deborah Cloos.
- ten tweede 1 gem 168 roeden lands in het 32e begin, breder vermeld in de inventaris alhier ter weescamer overgebracht op den 9 october 1715 fo 4 recto
- ten derde 2 gem 200 roeden in hetzelfde begin
- ten vierde de helft in 2 gem 28 roeden zijnde 1 gem 14 r in de Robbemoreel op statenbodem west tlandt van Pieter de Nut, noordt den dijk vanden Brugsepolder, oost land van de heeren Abraham van Dijke en van Hierschot genaemt de Potterie en
zuijdt het landt van de burgmr de Puijdt belast met een uijtweg.
- Eindelinghe noch 1 gem 10 roeden landt deel van outs van 6 gem lants. Dit 1 gem 10 r gelegen zuijt-west agter de kercke op statenbodem, abouterende zuijt het landt van wt den burgmr Kerckhove, noordt het landt van Jaques de Bruijne, oost het
landt van de burgemr de Bruijne, en west tegen de andere partije op Keijsers bodem.
- Al dit land samen is verpacht aan Jaques de Bruijne.
- *
- Onvangen
- ten eerste 22-13-10 1/2 pond vlms als het batelijk geldelijck slot van vaders nalatenschap.
- ten tweede 5 ponden vlms van Christiaen Hennequin over een jaer huijshuere van het voornoemde huijs.
- Verder 5-4 pond vlms van Rochus vander Maes gecomen in plaets van Christiaen Hennequin huijshuer over hetzelfde huijs [evenals de drie daaropvolgende jaren]
- Verder landpacht van Jaques de Bruijne over de vermelde vier partijen landts samen 6 gem 92 roeden over 1714-1715.
- Alhier zoude noch in ontfanck moeten comen 11 -9 pond vlms van een jaar pacht van de voors landen van 1715-1716 zijnde het derde jaar pagt van seven, dogh alsoo in de maent maert 1716 van de voors partije van landen door het zout water is
vervloeijt geworden de nombre van 1 gem 30 roeden landt zoo is hij rendant met de paghter Jaques de Bruijne geaccordeert dat hij over de vervloeide landen geen pagt zal betalen [...]
- *
- Verder is de weese noch competerende van Jacobus Jacobs - jegenwoordigh in oost -Indien, der weese moeders broeder [die 16 pond en 62 pond had geleend van de vader van de wees Mattheus Fagel] bij hem Jacobus Jacobs op intrest genomen tot zijn
uijtredinge als ziekentrooster na Oost-Indien met het schip Westhoven van de Camer van Zeelandt ten jaere 1707. [Jacobus Jacobs heeft volmacht gegeven om uit zijn verlopen maandgelden 400 gulden te betalen aan Mattheus Fagel, waarna] Uijt het
hant-boektie vander weesen overleden vader op den 24 april 1711 bij hem zelfs is ontfangen van mevrouw van Rijckegem tot Middelburgh in Zeelandt 47 ponden 6 schell vlms in voldoening van een transport van 50 ponden vlms bij gemelden Jacobus
Jacobs verleent aen zijn suster Maria Trese Jacobs der weese overlede moeder, en waer van bij den selven Jacobus Jacobs in de stadt Nagapatnam op de kust Chormandel voor den eerste Clercq ter secretarie Joannis Spits aldaer een acte is
verleent dd 5.61711.
- [Er is niets bekend over Jacobus Jacobs en dus wordt het nog te vorderen bedrag als memorie opgenomen.]
- *
- Uitgaven
- Geschot over de landen, maar ook 13 schell aan de kerk van St Anne over 2 jaren pacht van 80 roeden land die horen bij het gebruik van het land van de wees.
- Betaald aan Jacob de Bruijne over het gebruik van de uitweg en aan de tresorier deser stede over de chijns op het huis.
- Verder betaald aan Paulus de Raet 8 sch 4 gr over twee dagen te metselen aen der weesen huijs.
- Verder betaald aan de huurder Rochus vander Maes 11 sch over verschot aende glasemaker, en coop van twee oxhoofde tot een put.
- Betaald aan Jacobus Aerts op 25 sept 1717 8 sch 8 gr over leveringe van twee hoet calck met verschot van arbeijt, en uijt rijden van de poorte van Brugge.
- Betaald aan Joris de Mil op 15 nov 1717 7 sch over leverantie van nagels aen t voors huijs.
- Betaald aan Pieter de Paep op 16 nov 1717 1-1-6 pvlms over gedanen arbeijt en metselwerk aen het pannedack.
- Betaald aan schepen Willem Bastinck 4 sch over leverijne van drij nieuwe ijsere winckelhaecken aent gemelde huijs in 1717.
- Betaald aan Pieter Horlewijn timmerman tot Sluijs dd 29 nov 1718 6-12-5 pondvlms over gedane reparatie van timmerwerck en leveringe van houtwaren aen der weesen voors: huijs.
- Betaald aan Jacob de Bruijne over een jaar pacht van de uijtweg vander weesen land achter de kerke 5 sch.
- Betaald door Adriaan de Ligte 44 pond vlms over 4 jaren costgelt van dese weese.
- Verder maact den rendant (de voogd) bekent dat de weese met de bijstaende vooght Jannis van Noort wonende tot Lillo ontrent de maent meij 1717 op zijn versoeck is mede gegaen, en aldaer zonder consent meer dan een jaer bij hem gehouden,
derhalven bij U agtbare goetgevonden geen costgelt in dien tijt te betalen maer te laten tot laste van vander Noort.
- Vander Noort heeft de wees in de kost genomen voor 5 pond per jaar.
- Betaald aan meester H. Gijben personele quotisatie en schoolgelt.
- Betaald aan Philip Bodrij over het maken van clederen en leveringe van stoffatie.
- Betaald aan de chirurgijn Rochus vander Maes op 25 januari 1717 4 sch over leveringe van medicinen voor de weese in augusti 1716.
- Betaald op den 5 april 1717 aen I. vande Casteele tot Sluijs 8 sch over leveringe van een nieuwen hoet voor de weese.
- Betaald op 8 juni 1717 aan Francois Robberts 13 sch 10 gr vlms over leveringe van knopen en zijde en kemelshaer voor de weese.
- Betaald op 23 november 1717 aan Cornelis Weijt 6 sch 8 gr over het overlaten van 8 ellen dimet voor de weese.
- Betaald op 18 feb 1718 aan Olivier de Meijer cleermaker tot Sluijs 18 sch over het maken van clederen voor de weese.
- Betaald op 29 maert 1718 8-6-5 gr vlms aan mr H. Gijben over vijff maanden schoolgelt als mede leveringe van papier pennen inct.
- Betaald op 8 octob 1718 aan Andries Hendrixen wijnkelier tot Sluijs 5 pond 10 sch over leveringe van wolle wijnkelwaren voor de weese in de jaren 1716, 1717 en 1718.
- Betaald door de voogd 2 pond 16 sch 10 gr over verschot van linwaet, koussen, schoenen en t lappen van deselve, en andere kleijnigheden voor de weese in de jaeren 1715, 1716 en begin 1717.
- Verder alle administratieve kosten.
-
- RAZVL 478
- fo 197
- 25.9.1726
- comp Adriaen de Lighte schepen der stadt Sluijs als voogd van Hendrik Fagel, weese van Mattheeus Fagel en Marie Therese Jacobs beijde te deser stede overleden
-
- RAZVL 492
- [marge] 28.5.1731 Overgebracht oa aan Hendrick Fagel nu zijn zelfs bij staate van huwelijck.
- * Reeckeninge purgative voor Hendrick Fagel de jonge, nu oudt over de drijentwintigh jaren ende eerstdaags staande te treden in den huwelijcken staat... de laatste rekening was van 8.3.1724... deze rekening ten eerste gepresenteert aan Jan van
de Noort, woonende tot Lillo, in huwelijck met juffr Bresitta Jacobs en dus aangetrouwde oom maternel en toeziende voogt van de weese.
- Bezit: hetzelfde land als in de rekening van 1718.
- Verder het provenu van een huijs, erve op St Anne, deze weeze gecompeteert hebbende publijck verkocht 2.5.1726.
- Verder 25-10-2 vlms van de publieke verkop dd 18.6.1726 van een huijs erve etc op chijnsgront, van vooren op de Marckt off plaetse deser stede, west van achtere tegen de erve van wijlent de oudt burgemr Jacob de Bruijne, nu schepen Jannis de
Bruijne, zuijd tegen het huis van wijlen Willem Bastinck, en noord tegen het huis van wijlen Debora Cloos nu ...[n.i.] deze weeze gecompeteert hebbende.
- Noch ontvangen 1-15-6 vlms van Aernout Verhoeve, cooper van het voorseijde huijs, over de coop van een water-vat, koperen aker, zout-back, en eenige losse plancken int gemelde huijs.
- De rendant maackt bekent dat deze weeze is competerende een dubbelde zilvere spaansche ducaton, twee zilvere kleijne penninghties, mitsgaders een gildeschildetie van het gilde van de handtbooge, eertijdts binnen dezer stede zijnde geweest,
staande op hetzelve van vooren uijtgebeelt het wapen der stadt Muden, met nogh twee pijlen kruijswijs over malkanderen, en van agteren gegraveert deze letters 1576 MVDE, niet weetende of hetzelve is van zuijver zilver of piauter...
- Huur van het huis dat gehuurd werd door schepen Rochus van der Maes, maar:
- den rendant maackt verder bekent dat hij, met het vertrek van schepen Rochus vander Maes uijt het voorschreve huijs, het zelve door den slegten tijdt niet heeft kunnen verpaghten, maar t zedert 1 meij 1725 tot prima november des zelven jaars en
alzo een half jaar is blijven ledigh staan.
- Daarna werd het verhuurd aan Adriaan de Keesel tot 1 november 1726
- Verder landpacht ontvangen van schepen Jacobus vd Strate en Jacobus de Nuet.
- De 16-13-4 vlms die oom Jacobus Jacobs, ziekentrooster in Indie, van vader Mattheeus Fagel had geleend worden afgeschreven als niet inbaar omdat Jacobus Jacobs waarschijnlijk is overleden.
- Uitgaven:
- De kosten van het land over het geschot en de chijns over het huis, pacht van de uitweg over land van Jacob de Bruijne, grondrente voor de armen, timmerman en metselaar Pieter Peel over reparatie van het huijs (in 1725), aan Joanna Deckers
weduwe Jan Brouwers tot Sluijs over coop van een brandewijnstuck tot een watervat aen het huijs, aan Jannis Mahij over coop van een kopere aaker voor het huijs, aan Abraham Bastinck voor smitswerck aen het huijs, aan Jacob Huge tot Sluijs over
het repareeren van glasen aen het huijs, aan schepen Jacobus vd Strate voor houdtwaren en spijckers voor het huijs.
- Verder was betaald aan Jan van Essen over leveringe van een paar cousen voor de weese; aan Leo van Coersel voor een hoet voor de wees; aan dhr Barneval voor drij ellen sergie; een jaar montcosten aan den rendant; aan Jan vande Noordt over het
maken van kleederen voor de weeze door de kleermaker Andries de Munninck; voor schoenen aan de schoenmaker Michiel Diamant te Lillo; voor linnen en wol betaald aan Michiel de With [...] aan schoolmeester Jacobus Hugo tot Lillo over vier maanden
schoolonderwijs.
- Verder de kosten van het vervlijf van Hendrik Fagel als leerling-kleermaker in Middelburg, waar hij ook kosten maakte wegens ziekte.
-
- RAZVL 479
- fo 255
- 30.5.1731
- comp Hendrick Fagel in huw met Pieternella Funderingh machtigen Adriaen de Lighte oudt burgemr jegenw schepen van Sluijs om te compareren voor collegie slands van den Vrije te Brugge om daar te verkopen eerst aan Jannis de Bruijne, schepen
deser stede, 2 gem 82 roeden landt, zijnde deel van 3 gem 92 roeden, welke laatste 3 gem 92 r te vooren deel was van 6 gem landt leggende de gemelde 2 gem 82 r op keijsersbodem ter parochie van St Anne ter Muden;
- En wijders aan Jannis Plasschaert, sluijsmeester van de wateringe van Greveninge, 1 gem 168 roeden landt in het 32e begin van dezelve watering van greveninge
-
- RAZVL 478
- fo 257
- 30.5.1731
- comp Hendrick Fagel in huw met Pieternella Fundering hebben verkocht op 28 mei jl aan Jacobus Boudrij schepen deser stede, 1 gem 14 roeden lant, zijnde de helft van 2 gem 28 roeden in de polder Robbemoreel statenbodem, abouterende als nu aen de
westsijde tlant van de erfgen van burgemr Pieter Hernij, aen de noortsijde den dijck van de Brugsche polder, en aen de zuijtsijde en oostsijde het lant van den acceptant.
- Competerende de vercooper het gemelde landt bij erffenisse van zijn vader Mattheeus Fagel, alhier overleden, den welke hetzelve hadde bij coope nevens Jan Bocké, van de gesamentlijke erfgen van Salomon de la Va dd 3.6.1711.
- Zijnde dese coop geschiet voor 25 ponden vlms den hoop.
-
- RAZVL 478
- fo 261
- 30.5.1731
- comp Hendrick Fagel in huw met Pieternella Funderingh verkopen aan Jannis de Bruijne 1 gem 10 roeden, zijnde deel van 3 gem 92 roeden welke laatste nog deel was van 6 gemeten, leggende het restant op keijsersbodem...het voors 1 gem 10 roeden
gelegen zuijtwest aghter de kerke deser stede in de polder of wateringe van Greveninge... abouterende als nu zuijt tegen tlant van de erven burgemr Jannis vd Kerkhove, noort tlant van schepen Jacques de Bruijne, oost tlant van den acceptant, en
west tegen de andere partije op keijsers bodem.
- Competerende de vercooper het gemelde landt bij erffenisse van wt zijn vader Mattheeus Fagel, alhier overleden, den welken eerst de helft daer van hadde bij coope, nevens Jan Bocké, van de erven Salomon de la Va... ende de andere helft bij
vercavelinge jegens de voors Jan Bocké...
- Zijnde dese coop geschiet voor 26 ponden vlms per gemet.
|